Engels

Uitgebreide synoniemen voor dirt in het Engels

dirt:

dirt [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the dirt
    the shit; the droppings; the turd; the crap; the dirt
    • shit [the ~] zelfstandig naamwoord !
    • droppings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • turd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirt [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the dirt
    the filthy; the dirt; the smut; the filth; the dirtyness; the dirtiness; the dirty
    • filthy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smut [the ~] zelfstandig naamwoord
    • filth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirtyness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirtiness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirty [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the dirt
    the filth; the dirtyness; the filthy; the smut; the dirty; the muck; the dirt; the slovenliness; the obscenity; the carelessness; the inaccuracy; the sloppiness
    • filth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirtyness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • filthy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smut [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • muck [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slovenliness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • obscenity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • carelessness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • inaccuracy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sloppiness [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the dirt
    the dirt; the filth
    • dirt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • filth [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the dirt
    – disgraceful gossip about the private lives of other people 1
    the dirt; the scandal; the malicious gossip
    – disgraceful gossip about the private lives of other people 1
  6. the dirt
    – the state of being covered with unclean things 1
    the soil; the stain; the grease; the dirt; the filth; the grunge; the grime
    – the state of being covered with unclean things 1
    • soil [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grease [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • filth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grunge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grime [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the dirt
    – the part of the earth's surface consisting of humus and disintegrated rock 1
    the soil; the dirt
    – the part of the earth's surface consisting of humus and disintegrated rock 1
    • soil [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirt [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. the dirt
    – obscene terms for feces 1
    the shit; the crap; the dirt; the poop; the turd; the shite
    – obscene terms for feces 1
    • shit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • poop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • turd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shite [the ~] zelfstandig naamwoord

dirt bijvoeglijk naamwoord

  1. dirt
    – (of roads) not leveled or drained; unsuitable for all year travel 1
    dirt; ungraded
    – (of roads) not leveled or drained; unsuitable for all year travel 1

Alternatieve synoniemen voor "dirt":


Verwante definities voor "dirt":

  1. (of roads) not leveled or drained; unsuitable for all year travel1
  2. disgraceful gossip about the private lives of other people1
  3. the state of being covered with unclean things1
  4. the part of the earth's surface consisting of humus and disintegrated rock1
  5. obscene terms for feces1

Verwante synoniemen voor dirt