Engels

Uitgebreide synoniemen voor feat in het Engels

feat:

feat [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the feat
    the excursion; the trip; the journey; the passage; the drive; the feat; the voyage; the trick
    • excursion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • journey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • passage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • feat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • voyage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trick [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the feat
    the heroic deed; the feat; the exploit; the valiant deed
  3. the feat
    the tour de force; the heroic deed; the feat; the stunt; the valiant deed
  4. the feat
    the heroic deed; the feat
    • heroic deed [the ~] zelfstandig naamwoord
    • feat [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the feat
    – a notable achievement 1
    the effort; the exploit; the feat
    – a notable achievement 1
    • effort [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the book was her finest effort1
    • exploit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • feat [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he performed a great feat1

Verwante woorden van "feat":

  • feats

Alternatieve synoniemen voor "feat":


Verwante definities voor "feat":

  1. a notable achievement1
    • he performed a great feat1

Verwante synoniemen voor feat