Engels

Uitgebreide synoniemen voor finale in het Engels

finale:

finale [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the finale
    the finale; the final piece; the concluding piece
  2. the finale
    – the concluding part of any performance 1
    the close; the finale; the closing curtain; the finis
    – the concluding part of any performance 1
    • close [the ~] zelfstandig naamwoord
    • finale [the ~] zelfstandig naamwoord
    • closing curtain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • finis [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the finale
    – the closing section of a musical composition 1
    the finale; the coda
    – the closing section of a musical composition 1
    • finale [the ~] zelfstandig naamwoord
    • coda [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the finale
    – the temporal end; the concluding time 1
    the last; the close; the finish; the conclusion; the finale; the finis; the stopping point
    – the temporal end; the concluding time 1
    • last [the ~] zelfstandig naamwoord
    • close [the ~] zelfstandig naamwoord
      • they were playing better at the close of the season1
    • finish [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the market was up at the finish1
    • conclusion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • finale [the ~] zelfstandig naamwoord
    • finis [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stopping point [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the stopping point of each round was signaled by a bell1

Verwante woorden van "finale":


Alternatieve synoniemen voor "finale":


Verwante definities voor "finale":

  1. the concluding part of any performance1
  2. the closing section of a musical composition1
  3. the temporal end; the concluding time1