Engels

Uitgebreide synoniemen voor grief in het Engels

grief:

grief [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grief
    the sorrow; the grief; the distress
    • sorrow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • distress [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the grief
    the grief
    • grief [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the grief
    the pain; the sorrow; the grief; the misery; the distress; the sadness
    • pain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sorrow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • misery [the ~] zelfstandig naamwoord
    • distress [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sadness [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the grief
    the grief; the sorrow; the sadness
    • grief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sorrow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sadness [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the grief
    the sorrows; the grief; the afflictions
    • sorrows [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • afflictions [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the grief
    – something that causes great unhappiness 1
    the sorrow; the grief
    – something that causes great unhappiness 1
    • sorrow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grief [the ~] zelfstandig naamwoord
      • her death was a great grief to John1
  7. the grief
    – intense sorrow caused by loss of a loved one (especially by death) 1
    the grief; the heartache; the heartbreak; the brokenheartedness
    – intense sorrow caused by loss of a loved one (especially by death) 1

Verwante woorden van "grief":

  • griefs

Alternatieve synoniemen voor "grief":


Verwante definities voor "grief":

  1. something that causes great unhappiness1
    • her death was a great grief to John1
  2. intense sorrow caused by loss of a loved one (especially by death)1

Verwante synoniemen voor grief