Engels

Uitgebreide synoniemen voor high-and-mighty in het Engels

high-and-mighty:

high-and-mighty bijvoeglijk naamwoord

  1. high-and-mighty
    disparaging; derogatory; haughty; supercilious; depreciatory; proud; high-and-mighty; slighting
  2. high-and-mighty
    – offensively self-assured or given to exercising usually unwarranted power 1
    autocratic; magisterial; high-and-mighty; dominating; bossy; peremptory
    – offensively self-assured or given to exercising usually unwarranted power 1
    • autocratic bijvoeglijk naamwoord
      • an autocratic person1
      • autocratic behavior1
    • magisterial bijvoeglijk naamwoord
      • managed the employees in an aloof magisterial way1
    • high-and-mighty bijvoeglijk naamwoord
    • dominating bijvoeglijk naamwoord
      • a rather aggressive and dominating character1
    • bossy bijvoeglijk naamwoord
      • a bossy way of ordering others around1
    • peremptory bijvoeglijk naamwoord
      • a swaggering peremptory manner1

Alternatieve synoniemen voor "high-and-mighty":


Verwante definities voor "high-and-mighty":

  1. offensively self-assured or given to exercising usually unwarranted power1

Verwante synoniemen voor high-and-mighty