Engels
Uitgebreide synoniemen voor inevitably in het Engels
inevitably:
-
inevitably
necessary; necessarily; required; essential; of necessity; imperative; needfully; inevitable; inevitably; urgent; vital; pressing-
necessary bijvoeglijk naamwoord
-
necessarily bijwoord
-
required bijvoeglijk naamwoord
-
essential bijvoeglijk naamwoord
-
of necessity bijwoord
-
imperative bijvoeglijk naamwoord
-
needfully bijwoord
-
inevitable bijvoeglijk naamwoord
-
inevitably bijwoord
-
urgent bijvoeglijk naamwoord
-
vital bijvoeglijk naamwoord
-
pressing bijvoeglijk naamwoord
-
-
inevitably
-
inevitably
– in such a manner as could not be otherwise 1inevitably; necessarily; of necessity; needs– in such a manner as could not be otherwise 1-
inevitably bijwoord
-
necessarily bijwoord
-
of necessity bijwoord
-
needs bijwoord
-
-
inevitably
– by necessity 1inevitably; inescapably; unavoidably; ineluctably– by necessity 1-
inevitably bijwoord
-
inescapably bijwoord
-
unavoidably bijwoord
-
ineluctably bijwoord
-
-
inevitably