Engels

Uitgebreide synoniemen voor nuisance in het Engels

nuisance:

nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the nuisance
    the nuisance; the hindrance; the trouble; the bother; the obstacle
    • nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hindrance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trouble [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bother [the ~] zelfstandig naamwoord
    • obstacle [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the nuisance
    the inconvenience; the nuisance; the difficulty; the hindrance; the impediment; the load; the weight
  3. the nuisance
    the nuisance
    • nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the nuisance
    the inconvenience; the nuisance
  5. the nuisance
    the molestation; the nuisance
  6. the nuisance
    the annoyance; the irritation; the vexation; the nuisance; the chagrin; the drag
    • annoyance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • irritation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vexation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chagrin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drag [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the nuisance
    the nuisance; the pain in the neck; the bore; the troublemaker; the pest; the handful
  8. the nuisance
    the bully; the tormentor; the nuisance
    • bully [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tormentor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. the nuisance
    the inconvenience; the trouble; the nuisance
  10. the nuisance
    – (law) a broad legal concept including anything that disturbs the reasonable use of your property or endangers life and health or is offensive 1
    the nuisance
    – (law) a broad legal concept including anything that disturbs the reasonable use of your property or endangers life and health or is offensive 1
    • nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord
  11. the nuisance
    – a bothersome annoying person 1
    the nuisance; the pain; the pain in the neck
    – a bothersome annoying person 1
    • nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pain [the ~] zelfstandig naamwoord
      • that kid is a terrible pain1
    • pain in the neck [the ~] zelfstandig naamwoord

nuisance

  1. nuisance

Verwante woorden van "nuisance":

  • nuisances

Alternatieve synoniemen voor "nuisance":


Verwante definities voor "nuisance":

  1. (law) a broad legal concept including anything that disturbs the reasonable use of your property or endangers life and health or is offensive1
  2. a bothersome annoying person1

Verwante synoniemen voor nuisance