Engels

Uitgebreide synoniemen voor penury in het Engels

penury:

penury [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the penury
    the poverty; the lack; the paucity; the destitution; the dearth; the hardship; the penury; the need; the want
    • poverty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lack [the ~] zelfstandig naamwoord
    • paucity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • destitution [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dearth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hardship [the ~] zelfstandig naamwoord
    • penury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • need [the ~] zelfstandig naamwoord
    • want [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the penury
    – a state of extreme poverty or destitution 1
    the need; the penury; the pauperization; the indigence; the pauperism; the pauperisation
    – a state of extreme poverty or destitution 1
    • need [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a general state of need exists among the homeless1
    • penury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pauperization [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • indigence [the ~] zelfstandig naamwoord
      • their indigence appalled him1
    • pauperism [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pauperisation [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

Alternatieve synoniemen voor "penury":


Verwante definities voor "penury":

  1. a state of extreme poverty or destitution1