Engels

Uitgebreide synoniemen voor precept in het Engels

precept:

precept [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the precept
    the regulation; the precept; the rule
    • regulation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • precept [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rule [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the precept
    the axiom; the dogma; the fundamental property; the precept; the maxim; the tenet
  3. the precept
    the main proposition; the principle; the precept; the central argument; the maxim
  4. the precept
    – a doctrine that is taught 1
    the teaching; the precept; the commandment
    – a doctrine that is taught 1
    • teaching [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the teachings of religion1
    • precept [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he believed all the Christian precepts1
    • commandment [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the precept
    – rule of personal conduct 1
    the principle; the precept
    – rule of personal conduct 1

Verwante woorden van "precept":

  • precepts

Alternatieve synoniemen voor "precept":


Verwante definities voor "precept":

  1. a doctrine that is taught1
    • he believed all the Christian precepts1
  2. rule of personal conduct1