Engels

Uitgebreide synoniemen voor proficient in het Engels

proficient:

proficient bijvoeglijk naamwoord

  1. proficient
    proficient; capable; skilful; handy; dexterous; nimble; neat; adroit; expert; able; skillful
  2. proficient
    qualified; capable; competent; proficient; considerate; efficient; able; skilled; fit; good
  3. proficient
    capable; able; proficient; physically capable
  4. proficient
    proficient; skilled; adroit; trained; capable; skilful; able; skillful
  5. proficient
    proficient; thorough; perfect
  6. proficient
    – having or showing knowledge and skill and aptitude 1
    good; proficient; adept; expert; skilful; practised; practiced; skillful
    – having or showing knowledge and skill and aptitude 1
    • good bijvoeglijk naamwoord
      • a good mechanic1
    • proficient bijvoeglijk naamwoord
      • a proficient engineer1
    • adept bijvoeglijk naamwoord
      • adept in handicrafts1
      • an adept juggler1
    • expert bijvoeglijk naamwoord
      • an expert job1
    • skilful bijvoeglijk naamwoord, Brits
    • practised bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
    • practiced bijvoeglijk naamwoord, Brits
      • a practiced marksman1
    • skillful bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
      • a lesser-known but no less skillful composer1
      • the effect was achieved by skillful retouching1
  7. proficient
    – of or relating to technique or proficiency in a practical skill 1
    proficient; technical
    – of or relating to technique or proficiency in a practical skill 1
    • proficient bijvoeglijk naamwoord
    • technical bijvoeglijk naamwoord
      • his technical innovation was his brushwork1
      • the technical dazzle of her dancing1

Verwante woorden van "proficient":

  • proficiently

Alternatieve synoniemen voor "proficient":


Verwante definities voor "proficient":

  1. having or showing knowledge and skill and aptitude1
    • a proficient engineer1
  2. of or relating to technique or proficiency in a practical skill1