Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor tic in het Engels

tic:

tic [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tic
    the nervous tremor; the tic; the quirk
    • nervous tremor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tic [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quirk [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the tic
    the quirk; the twitch; the nervous spasm; the nervous tremor; the tic
  3. the tic
    – a local and habitual twitching especially in the face 1
    the tic
    – a local and habitual twitching especially in the face 1
    • tic [the ~] zelfstandig naamwoord

tic

  1. tic

Verwante woorden van "tic":


Alternatieve synoniemen voor "tic":


Verwante definities voor "tic":

  1. a local and habitual twitching especially in the face1

Verwante synoniemen voor tic