Engels

Uitgebreide synoniemen voor usage in het Engels

usage:

usage [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the usage
    the application; the usage; the use; the inset; the stakes; the ante
    • application [the ~] zelfstandig naamwoord
    • usage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • use [the ~] zelfstandig naamwoord
    • inset [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stakes [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ante [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the usage
    the linguistic usage; the usage
  3. the usage
    the usage
    • usage [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the usage
    – accepted or habitual practice 1
    the custom; the usage; the usance
    – accepted or habitual practice 1
    • custom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • usage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • usance [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the usage
    – the act of using 1
    the use; the exercise; the employment; the utilization; the usage; the utilisation
    – the act of using 1
    • use [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he warned against the use of narcotic drugs1
    • exercise [the ~] zelfstandig naamwoord
    • employment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • utilization [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
      • skilled in the utilization of computers1
    • usage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • utilisation [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
  6. the usage
    – the customary manner in which a language (or a form of a language) is spoken or written 1
    the usage
    – the customary manner in which a language (or a form of a language) is spoken or written 1
    • usage [the ~] zelfstandig naamwoord
      • English usage1
      • a usage borrowed from French1
  7. the usage
    – The number of units or dollars of an inventory item consumed over a period of time. 2
    the usage
    – The number of units or dollars of an inventory item consumed over a period of time. 2
    • usage [the ~] zelfstandig naamwoord

usage

  1. usage

Verwante woorden van "usage":

  • usages

Alternatieve synoniemen voor "usage":


Verwante definities voor "usage":

  1. accepted or habitual practice1
  2. the act of using1
  3. the customary manner in which a language (or a form of a language) is spoken or written1
    • English usage1
    • a usage borrowed from French1
  4. The number of units or dollars of an inventory item consumed over a period of time.2

Verwante synoniemen voor usage