Engels

Uitgebreide synoniemen voor warranty in het Engels

warranty:

warranty [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the warranty
    the warranty; the guarantee; the premises; the bond; the pledge; the surety; the edifice; the security; the lot
    • warranty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • guarantee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • premises [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bond [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pledge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • surety [the ~] zelfstandig naamwoord
    • edifice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • security [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lot [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the warranty
    – a written assurance that some product or service will be provided or will meet certain specifications 1
    the warrant; the warranty; the guarantee; the warrantee
    – a written assurance that some product or service will be provided or will meet certain specifications 1

warranty

  1. warranty

Verwante woorden van "warranty":

  • warranties

Alternatieve synoniemen voor "warranty":


Verwante definities voor "warranty":

  1. a written assurance that some product or service will be provided or will meet certain specifications1

Verwante synoniemen voor warranty