Engels

Uitgebreide synoniemen voor winner in het Engels

winner:

winner [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the winner
    the winner; the victor
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • victor [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the winner
    the smasher; the hit; the smash hit; the winner; the smash
    • smasher [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smash hit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smash [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the winner
    the conqueror; the triumphator; the victor; the winner
  4. the winner
    the goal; the hit; the winner
    • goal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the winner
    the hit; the winner; the sure card
    • hit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sure card [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the winner
    – a person with a record of successes 1
    the success; the winner; the achiever; the succeeder
    – a person with a record of successes 1
    • success [the ~] zelfstandig naamwoord
      • if you want to be a success you have to dress like a success1
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
      • only winners need apply1
    • achiever [the ~] zelfstandig naamwoord
      • his son would never be the achiever that his father was1
    • succeeder [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the winner
    – a gambler who wins a bet 1
    the winner
    – a gambler who wins a bet 1
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. the winner
    – the contestant who wins the contest 1
    the winner; the victor
    – the contestant who wins the contest 1
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • victor [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "winner":


Alternatieve synoniemen voor "winner":


Antoniemen van "winner":


Verwante definities voor "winner":

  1. a person with a record of successes1
    • only winners need apply1
  2. a gambler who wins a bet1
  3. the contestant who wins the contest1

Verwante synoniemen voor winner