Engels

Uitgebreide synoniemen voor zest in het Engels

zest:

zest [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the zest
    the passion; the zeal; the verve; the ardor; the zest; the ardour
    • passion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zeal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • verve [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • zest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
  2. the zest
    the élan; the diligence; the fervour; the ardor; the zeal; the zest; the assiduity; the ardour; the fervor
    • élan [the ~] zelfstandig naamwoord
    • diligence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fervour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • ardor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • zeal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • assiduity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • fervor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  3. the zest
    the vigour; the zest; the strongness; the gusto; the vigor
    • vigour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • zest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • strongness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gusto [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vigor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  4. the zest
    the efficacy; the vigour; the momentum; the gusto; the zest; the vigor
    • efficacy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vigour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • momentum [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gusto [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vigor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  5. the zest
    the log fire; the wood fire; the zest
    • log fire [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wood fire [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zest [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the zest
    – a tart spicy quality 1
    the zest; the nip; the tanginess; the piquantness; the piquance; the tang; the piquancy
    – a tart spicy quality 1
    • zest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tanginess [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piquantness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piquance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tang [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piquancy [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the zest
    – vigorous and enthusiastic enjoyment 1
    the relish; the zest; the gusto; the zestfulness
    – vigorous and enthusiastic enjoyment 1
    • relish [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gusto [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zestfulness [the ~] zelfstandig naamwoord

zest

  1. zest

zest werkwoord

  1. zest
    – add herbs or spices to 1
    zest; to spice; spice up
    – add herbs or spices to 1

Verwante woorden van "zest":

  • zests

Alternatieve synoniemen voor "zest":


Verwante definities voor "zest":

  1. a tart spicy quality1
  2. vigorous and enthusiastic enjoyment1
  3. add herbs or spices to1

Verwante synoniemen voor zest