Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. agility:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor agility (Engels) in het Spaans

agility:

agility [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the agility (dexterity; art; trick; )
    el arte; la artes; la comodidad; la agilidad; la manija; la presteza; el truco; la ciencia; la aptitud; la pericia
    • arte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • artes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • comodidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • manija [la ~] zelfstandig naamwoord
    • presteza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • truco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ciencia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aptitud [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pericia [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. the agility (liveliness; mobility)
    la agilidad; la viveza
    • agilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • viveza [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. the agility (manoeuvrability)
    la manejabilidad

Vertaal Matrix voor agility:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agilidad ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; liveliness; mobility; skill; trick briskness; limberness; lithesomeness; liveliness; quickness; rapidity; tempo; vivacity
aptitud ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick ability; adroitness; appropriateness; capability; capacity; dexterity; knack; quality; skill; suitability
arte ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick ability; drive; excursion; feat; journey; passage; skill; trick; trip; voyage
artes ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick arts
ciencia ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick knowledge; science
comodidad ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick airiness; chumminess; comfort; comfortableness; companionableness; convenience; conveniences; conviviality; cosiness; coziness; ease; lightness; obligingness; pleasantness; snugness; sociability
manejabilidad agility; manoeuvrability manageability; practicality
manija ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick grip
pericia ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick ability; appraisal; assessment; business sense; capability; competence; expertise; skill
presteza ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick ability; adroitness; business sense; capability; competence; dexterity; expertise; haste; hastiness; hurry; knack; overhaste; rush; skill
truco ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick dirty trick; dodge; gimmick; gimmicks; handiness; knack; lure; magic trick; manoeuver; manoeuvre; ruse; sleight of hand; stunts; trick; trickery; viciousness
viveza agility; liveliness; mobility animation; cleverness; cunning; dodge; keenness; liveliness; sharpness; smartness; vivacity; wiliness
- legerity; lightness; lightsomeness; nimbleness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- litheness; suppleness

Synoniemen voor "agility":


Verwante definities voor "agility":

  1. the gracefulness of a person or animal that is quick and nimble1

Wiktionary: agility

agility
noun
  1. quality of being agile

Cross Translation:
FromToVia
agility agilidad agilité — Grande facilité à agir, à se mouvoir