Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tandem:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tandem (Engels) in het Spaans

tandem:

tandem [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tandem
    el tándem
    • tándem [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. the tandem (pair; two; twosome)
    la pareja; el dúo
    • pareja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dúo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. the tandem (duel; man-to-man fight; single combat; twosome; affaire d'honneur)
    el duelo; el desafío
    • duelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • desafío [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tandem:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desafío affaire d'honneur; duel; man-to-man fight; single combat; tandem; twosome challenge; doubt; hesitation; indecision; indecisiveness; shilly-shallying; single combat; vacillation
duelo affaire d'honneur; duel; man-to-man fight; single combat; tandem; twosome annoyance; chagrin; distress; doubt; grief; hesitation; indecision; indecisiveness; misery; pain; sadness; shilly-shallying; single combat; sorrow; vacillation; vexation
dúo pair; tandem; two; twosome
pareja pair; tandem; two; twosome consort; counterpart; couple; couple for live; husband; life companion; opposite number; pair; pendant; pendent; spouse; the two; wife
tándem tandem
- bicycle-built-for-two; tandem bicycle
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- in tandem

Verwante woorden van "tandem":

  • tandems

Synoniemen voor "tandem":


Verwante definities voor "tandem":

  1. one behind the other1
    • ride tandem on a bicycle built for two1
  2. a bicycle with two sets of pedals and two seats1
  3. an arrangement of two or more objects or persons one behind another1

Wiktionary: tandem

tandem
noun
  1. bicycle

Cross Translation:
FromToVia
tandem tándem tandem — bicyclette à deux personnes