Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tourism:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tourism (Engels) in het Spaans

tourism:

tourism [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tourism (tourist industry; tourist traffic)
    el turismo
    • turismo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tourism:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
turismo tourism; tourist industry; tourist traffic
- touristry
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- tourist services

Synoniemen voor "tourism":


Verwante definities voor "tourism":

  1. the business of providing services to tourists1

Wiktionary: tourism

tourism
noun
  1. the act of travelling or sightseeing
  2. collectively, the tourists visiting a place or landmark

Cross Translation:
FromToVia
tourism turismo toerisme — het reizen voor ontspanning
tourism turismo Tourismus — Gesamtheit des Fremdenverkehrs
tourism turismo tourismeaction de voyager pour son plaisir.