Home ->Woordenboeken ->Engels/Spaans ->Vertaal visitors

Vertaal visitors van Engels naar Spaans

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

visitors:
- visita; visitas; clientes; círculo de clientes; clientela
visitor:
- visitante de un museo
Wiktionary:
- visitors → visitas
- visitor → visita
- visitor → usuario, visita, visitante, huésped, invitado, invitada, cliente, visitador, visitas

Engels

Uitgebreide vertaling voor visitors (Engels) in het Spaans

visitors:

visitors [the ~] zelfstandig naamwoord

the visitors
la visita
- visita [la ~] zelfstandig naamwoord
the visitors (customers; clients; patrons)
la visitas; el clientes; el círculo de clientes; la clientela
- visitas [la ~] zelfstandig naamwoord
- clientes [el ~] zelfstandig naamwoord
- círculo de clientes [el ~] zelfstandig naamwoord
- clientela [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor visitors:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clientela	clients; customers; patrons; visitors	clientele; clients; customers; patronage; patrons
clientes	clients; customers; patrons; visitors	A/R; accounts receivable; clientele; clients; customers; patronage; patrons
círculo de clientes	clients; customers; patrons; visitors	clientele; clients; customers; patronage; patrons
visita	visitors	attendance; guest; guest for the night; hit; inspection; night guest; overnight guest; sick-call; view; visit; visitation; visiting the sick
visitas	clients; customers; patrons; visitors

Verwante woorden van "visitors":

visitor

Wiktionary: visitors

Cross Translation:

From	To	Via
• visitors	→ visitas	↔ bezoek — de personen die op visite zijn of komen

visitors vorm van visitor:

visitor [the ~] zelfstandig naamwoord

the visitor
el visitante de un museo
- visitante de un museo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor visitor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
visitante de un museo	visitor
-	visitant
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	caller

Verwante woorden van "visitor":

visitors

Synoniemen voor "visitor":

visitant; traveler; traveller

Verwante definities voor "visitor":

someone who visits¹

Wiktionary: visitor

visitor

noun

guest
- visitor → visita

Cross Translation:

From	To	Via
• visitor	→ usuario	↔ Benutzer — Person, die etwas verwendet, gebraucht
• visitor	→ usuario	↔ Benutzer — Registrierter Besucher einer Website
• visitor	→ visita	↔ Besuch — Person oder Personen, die ^[1] tätigen
• visitor	→ visitante	↔ Besucher — jemand, der zu jemandem kommt, um mit ihm zu sprechen, um sich bei ihm aufzuhalten
• visitor	→ huésped; invitado; invitada; cliente	↔ Gast — Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia\|Gast
• visitor	→ visitador; visitante	↔ bezoeker — een persoon die iemand of iets bezoekt
• visitor	→ visitas	↔ bezoek — de personen die op visite zijn of komen
• visitor	→ visitante; visitador	↔ visiteur — celui, celle qui aller voir quelqu’un ou quelque chose.

Verwante vertalingen van visitors

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University