Accomplice in het Frans vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

accomplice:
- complice; coresponsable; allié; assistant; compère; acolyte; affidé
Wiktionary:
- accomplice → complice, compère
- accomplice → complice

Engels

Uitgebreide vertaling voor accomplice (Engels) in het Frans

the accomplice (confederate)
le complice; le coresponsable
- complice [le ~] zelfstandig naamwoord
- coresponsable [le ~] zelfstandig naamwoord
the accomplice (confederate)
le complice; l'allié; l'assistant
- complice [le ~] zelfstandig naamwoord
- allié [le ~] zelfstandig naamwoord
- assistant [le ~] zelfstandig naamwoord
the accomplice (confederate)
le compère; le complice; l'acolyte; l'affidé
- compère [le ~] zelfstandig naamwoord
- complice [le ~] zelfstandig naamwoord
- acolyte [le ~] zelfstandig naamwoord
- affidé [le ~] zelfstandig naamwoord
the accomplice (confederate)
la complice
- complice [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acolyte	accomplice; confederate	acolyte; altar boy
affidé	accomplice; confederate
allié	accomplice; confederate	advocate; ally
assistant	accomplice; confederate	assistant; assistent teacher; bystander; clerk; employee; fellow worker; footman; hand; helper; laborer; labourer; manpower; member of staff; second servant; spectator; staff member; valet; witness; worker
complice	accomplice; confederate
compère	accomplice; confederate
coresponsable	accomplice; confederate
-	confederate
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
allié		akin; allied; associated; connected; in relation to; interconnected; interdependent; joint; kindred; paronymous; related; unifying
complice		accessory
coresponsable		accessory

a person who joins with another in carrying out some plan (especially an unethical or illegal plan)¹

accomplice

noun

accomplice

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• accomplice	→ complice	↔ medeplichtige — behulpzaam persoon bij een misdrijf
• accomplice	→ complice	↔ Komplize — an einer Straftat Beteiligter
• accomplice	→ complice	↔ Schemm — umgangssprachlich: jemand, der zusammen mit jemand anderem eine Straftat begangen hat