Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Vertaal churchgoers

Vertaal churchgoers van Engels naar Frans

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

churchgoers:
- congrégation; assemblée
churchgoer:
- celui qui va à l'église
Wiktionary:
- churchgoer → pratiquant
- churchgoer → pratiquant

Engels

Uitgebreide vertaling voor churchgoers (Engels) in het Frans

churchgoers:

churchgoers [the ~] zelfstandig naamwoord

the churchgoers (congregation)
la congrégation; l'assemblée
- congrégation [la ~] zelfstandig naamwoord
- assemblée [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor churchgoers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assemblée	churchgoers; congregation	assembly; conference; consultation; gathering; meeting; seminar; talks
congrégation	churchgoers; congregation	alliance; association; coalition; corporation; craft; fellowship; guild; organisation; organization; pact; professional organisation; professional organization; society; treaty; union

Verwante woorden van "churchgoers":

churchgoer

churchgoer:

churchgoer [the ~] zelfstandig naamwoord

the churchgoer
le celui qui va à l'église
- celui qui va à l'église [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor churchgoer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
celui qui va à l'église	churchgoer
-	church member

Verwante woorden van "churchgoer":

churchgoers

Synoniemen voor "churchgoer":

church member; religious person

Verwante definities voor "churchgoer":

a religious person who goes to church regularly¹

Wiktionary: churchgoer

churchgoer

noun

one who goes to church
- churchgoer → pratiquant

Cross Translation:

From	To	Via
• churchgoer	→ pratiquant	↔ Kirchgänger — Person, die regelmäßig zum Gottesdienst in der Kirche geht

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University