Humming in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

humming:
- occupé; agissant; active; actif; travailleur; diligent; animé; activement; affairé; diligemment; ronflant; bourdonnant
- fredonnement; chantonnement; bourdonnement; bruissement; vrombissement; bourdonnement des abeilles
hum:
- jouer de la flûte; siffler; souffler; freudonner; chantonner; bourdonner; vrombir; grommeler
- rumeur; vacarme; bruit; tapage; cabale; chahut; tumulte; fracas; cohue; bourdonnement; vrombissement; brouhaha; murmure; marmonnement
Wiktionary:
- humming → bourdonnant
- hum → fredonner, bourdonner, ronronner, vrombir
- hum → ronronnement
- hum → bourdonner, fredonner

Engels

Uitgebreide vertaling voor humming (Engels) in het Frans

humming:

humming bijvoeglijk naamwoord

humming (industrious; busy; active; operative; busily; hard-working; actively; working; industriously)
occupé; agissant; active; actif; travailleur; diligent; animé; activement; affairé; diligemment
- occupé bijvoeglijk naamwoord
- agissant bijvoeglijk naamwoord
- active bijvoeglijk naamwoord
- actif bijvoeglijk naamwoord
- travailleur bijvoeglijk naamwoord
- diligent bijvoeglijk naamwoord
- animé bijvoeglijk naamwoord
- activement bijvoeglijk naamwoord
- affairé bijvoeglijk naamwoord
- diligemment bijvoeglijk naamwoord
humming (buzzing)
ronflant; bourdonnant
- ronflant bijvoeglijk naamwoord
- bourdonnant bijvoeglijk naamwoord

humming [the ~] zelfstandig naamwoord

the humming (soft singing)
le fredonnement; le chantonnement
- fredonnement [le ~] zelfstandig naamwoord
- chantonnement [le ~] zelfstandig naamwoord
the humming (buzzing)
le bourdonnement; le bruissement; le vrombissement
- bourdonnement [le ~] zelfstandig naamwoord
- bruissement [le ~] zelfstandig naamwoord
- vrombissement [le ~] zelfstandig naamwoord
the humming (whirring)
le vrombissement
- vrombissement [le ~] zelfstandig naamwoord
the humming (bees' humming; buzzing)
le bourdonnement des abeilles
- bourdonnement des abeilles [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor humming:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
actif		active; active voice; asset; household effects
bourdonnement	buzzing; humming	buzz; hum; rustling; whirr; zooming
bourdonnement des abeilles	bees' humming; buzzing; humming
bruissement	buzzing; humming	rustle; rustling; tingling
chantonnement	humming; soft singing
fredonnement	humming; soft singing
travailleur		employee; hand; laborer; labourer; worker; working man; workman
vrombissement	buzzing; humming; whirring	buzz; hum; whirr; zooming
-	hum
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
actif	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	active; actively; at work; decisive; diligent; dynamic; energetic; fidgety; hard working; hard-working; industrious; industriously; laborious; lively; operative; quick-acting; restless; working
occupé	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	busy; committed; engaged; not free; occupied; restrained; tied
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
active	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	active; hard-working; industrious
activement	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	active; actively; at work; dynamic; energetic; hard-working; industrious; industriously; laborious; lively; operative; working
affairé	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	fidgety; restless
agissant	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	acting; bold; brisk; courageous; firm; functioning; officiating; resolute
animé	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	active; amusing; animated; attentive; blatant; boisterous; bright; brisk; buoyant; busily engaged; bustling; busy; cheerful; clamorous; clear; colorful; colourful; dependable; dynamic; eager; eagre; enchanted; energetic; engaged; enthusiastic; festive; fidgety; full of joy; funny; gay; happy; high-spirited; impassioned; inspired; jolly; joyful; joyous; lively; loud; merry; mystified; neat; noisy; occupied; passionate; pleasant; reliable; restless; safe; spell bound; spirited; sprightly; sunny; tidy; tied up; trusted; trustworthy; under enchantment; up; upbeat; vibrant; vigorous
bourdonnant	buzzing; humming
diligemment	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	active; hard-working; industrious
diligent	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	active; hard-working; industrious
ronflant	buzzing; humming
travailleur	active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working	active; actively; at work; diligent; hard working; hard-working; industrious; industriously; laborious; operative; working

Synoniemen voor "humming":

hum; noise
singing; vocalizing

Verwante definities voor "humming":

the act of singing with closed lips¹
a humming noise¹

Wiktionary: humming

humming

adjective

Qui émet des vibrations
- bourdonnant → rumbling; humming; whirling
Fredonnant entre ses dents
- bourdonnant → humming

hum:

to hum werkwoord (hums, hummed, humming)

to hum (blow; whistle)
jouer de la flûte; siffler; souffler
- jouer de la flûte werkwoord
- siffler werkwoord (siffle, siffles, sifflons, sifflez, sifflent, sifflais, sifflait, sifflions, siffliez, sifflaient, sifflai, sifflas, siffla, sifflâmes, sifflâtes, sifflèrent, sifflerai, siffleras, sifflera, sifflerons, sifflerez, siffleront)
- souffler werkwoord (souffle, souffles, soufflons, soufflez, soufflent, soufflais, soufflait, soufflions, souffliez, soufflaient, soufflai, soufflas, souffla, soufflâmes, soufflâtes, soufflèrent, soufflerai, souffleras, soufflera, soufflerons, soufflerez, souffleront)
to hum
freudonner; chantonner
- freudonner werkwoord
- chantonner werkwoord (chantonne, chantonnes, chantonnons, chantonnez, chantonnent, chantonnais, chantonnait, chantonnions, chantonniez, chantonnaient, chantonnai, chantonnas, chantonna, chantonnâmes, chantonnâtes, chantonnèrent, chantonnerai, chantonneras, chantonnera, chantonnerons, chantonnerez, chantonneront)
to hum (buzz)
bourdonner; vrombir; grommeler
- bourdonner werkwoord (bourdonne, bourdonnes, bourdonnons, bourdonnez, bourdonnent, bourdonnais, bourdonnait, bourdonnions, bourdonniez, bourdonnaient, bourdonnai, bourdonnas, bourdonna, bourdonnâmes, bourdonnâtes, bourdonnèrent, bourdonnerai, bourdonneras, bourdonnera, bourdonnerons, bourdonnerez, bourdonneront)
- vrombir werkwoord (vrombis, vrombit, vrombissons, vrombissez, vrombissent, vrombissais, vrombissait, vrombissions, vrombissiez, vrombissaient, vrombîmes, vrombîtes, vrombirent, vrombirai, vrombiras, vrombira, vrombirons, vrombirez, vrombiront)
- grommeler werkwoord (grommelle, grommelles, grommelons, grommelez, grommellent, grommelais, grommelait, grommelions, grommeliez, grommelaient, grommelai, grommelas, grommela, grommelâmes, grommelâtes, grommelèrent, grommellerai, grommelleras, grommellera, grommellerons, grommellerez, grommelleront)
to hum (buzz)
bourdonner; vrombir
- bourdonner werkwoord (bourdonne, bourdonnes, bourdonnons, bourdonnez, bourdonnent, bourdonnais, bourdonnait, bourdonnions, bourdonniez, bourdonnaient, bourdonnai, bourdonnas, bourdonna, bourdonnâmes, bourdonnâtes, bourdonnèrent, bourdonnerai, bourdonneras, bourdonnera, bourdonnerons, bourdonnerez, bourdonneront)
- vrombir werkwoord (vrombis, vrombit, vrombissons, vrombissez, vrombissent, vrombissais, vrombissait, vrombissions, vrombissiez, vrombissaient, vrombîmes, vrombîtes, vrombirent, vrombirai, vrombiras, vrombira, vrombirons, vrombirez, vrombiront)

Conjugations for hum:

present

hum
hum
hums
hum
hum
hum

simple past

hummed
hummed
hummed
hummed
hummed
hummed

present perfect

have hummed
have hummed
has hummed
have hummed
have hummed
have hummed

past continuous

was humming
were humming
was humming
were humming
were humming
were humming

future

shall hum
will hum
will hum
shall hum
will hum
will hum

continuous present

am humming
are humming
is humming
are humming
are humming
are humming

subjunctive

be hummed
be hummed
be hummed
be hummed
be hummed
be hummed

diverse

hum!
let's hum!
hummed
humming

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

hum [the ~] zelfstandig naamwoord

the hum (noise; rumour; roar; hubbub; movement; din; rumor)
la rumeur; le vacarme; le bruit; le tapage; la cabale; le chahut; le tumulte; le fracas; la cohue
- rumeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- vacarme [le ~] zelfstandig naamwoord
- bruit [le ~] zelfstandig naamwoord
- tapage [le ~] zelfstandig naamwoord
- cabale [la ~] zelfstandig naamwoord
- chahut [le ~] zelfstandig naamwoord
- tumulte [le ~] zelfstandig naamwoord
- fracas [le ~] zelfstandig naamwoord
- cohue [la ~] zelfstandig naamwoord
the hum (buzz; whirr; zooming)
le bourdonnement; le vrombissement
- bourdonnement [le ~] zelfstandig naamwoord
- vrombissement [le ~] zelfstandig naamwoord
the hum (bustle; muttering; murmuring; babbling; buzz; din)
le brouhaha; le murmure; le rumeur; le bruit; le vacarme; le marmonnement
- brouhaha [le ~] zelfstandig naamwoord
- murmure [le ~] zelfstandig naamwoord
- rumeur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bruit [le ~] zelfstandig naamwoord
- vacarme [le ~] zelfstandig naamwoord
- marmonnement [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hum:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bourdonnement	buzz; hum; whirr; zooming	buzzing; humming; rustling
brouhaha	babbling; bustle; buzz; din; hum; murmuring; muttering	clamor; clamour; fuss; hubbub; hullabaloo; noise; racket; sound; tumult; tumultuousness
bruit	babbling; bustle; buzz; din; hubbub; hum; movement; murmuring; muttering; noise; roar; rumor; rumour	ado; clamor; clamour; commotion; din; fuss; howling; hubbub; hullabaloo; noise; racket; roaring; song and dance; sound; to-do; tumult; tumultuousness; uproar; yelling
cabale	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour	cabal; racket; row; rumpus
chahut	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour	bedlam; chaos; clamor; clamour; commotion; debris; din; disorder; disturbance; hubbub; hullabaloo; interference; mess; noise; pandemonium; racket; trouble; tumult; tumultuousness; uproar
cohue	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour	bedlam; clamor; clamour; commotion; crowd; din; flow; hectics; hubbub; hullabaloo; influx; noise; pandemonium; racket; rush; squash; stampede; tumult; tumultuousness; uproar
fracas	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour	bang; blast; boom; bump; crash; discharge; explosion; howling; roaring; smack; sudden explosion; thud; thump; volcano eruption; yelling
marmonnement	babbling; bustle; buzz; din; hum; murmuring; muttering	babbling; murmuring; muttering
murmure	babbling; bustle; buzz; din; hum; murmuring; muttering	babbling; grumbling; mumbling; murmuring; muttering; rustle; rustling; simmering in cooking; tingling
rumeur	babbling; bustle; buzz; din; hubbub; hum; movement; murmuring; muttering; noise; roar; rumor; rumour	backbiting; defamation; fuss; gossip; mudslinging; noise; profanity; scandal; scandal-mongering; slander; sound; vilification
tapage	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour	clamor; clamour; din; fuss; hubbub; hullabaloo; knocking on; noise; racket; sound; strapper; tap; tapping on; tumult; tumultuousness; uproar; whopper
tumulte	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour	agitation; argy-bargy; bedlam; clamor; clamour; commotion; crowd; din; disturbance; fisticuffs; fuss; howling; hubble-bubble; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; rebellion; revolt; riot; roaring; sensation; shake up; sound; squabbling; stir; tumult; tumultuousness; turbulence; unrest; upheaval; uproar; yelling
vacarme	babbling; bustle; buzz; din; hubbub; hum; movement; murmuring; muttering; noise; roar; rumor; rumour	bedlam; cheering; cheers; clamor; clamour; commotion; din; exultation; fuss; howling; hubbub; hullabaloo; jubilation; noise; pandemonium; racket; rejoicing; roaring; sound; tumult; tumultuousness; uproar; yelling
vrombissement	buzz; hum; whirr; zooming	buzzing; humming; whirring
-	busyness; humming
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bourdonner	buzz; hum
chantonner	hum
freudonner	hum
grommeler	buzz; hum	bellyache; chanter; complain; gripe; grouse; growl; grumble; mumble; rumble; snarl; stew
jouer de la flûte	blow; hum; whistle
siffler	blow; hum; whistle	crackle; rustle; zoom
souffler	blow; hum; whistle	blow; breathe; breathe out; catch; caught; clasp; clutch; drag; draw breath; exchange confidences; gasp; grasp; grip; inhale; pant; pilfer; prompt; puff; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; suggest; tell; toil and moil; wheeze; whisper; whisper in someone's ear; yearn
vrombir	buzz; hum
-	buzz; seethe; thrum
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	sing softly

Verwante woorden van "hum":

hums

Synoniemen voor "hum":

busyness; action; activity; activeness
Harkat-ul-Mujahidin; HUM; Harkat ul-Ansar; HUA; Harkat ul-Mujahedeen; Al Faran; Movement of Holy Warriors; terrorist organization; terrorist group; foreign terrorist organization; FTO
humming; noise
sing
buzz; seethe; be
thrum; sound; go
make noise; resound; noise

Verwante definities voor "hum":

a humming noise¹
- the hum of distant traffic¹
the state of being or appearing to be actively engaged in an activity¹
- there is a constant hum of military preparation¹
sing with closed lips¹
- She hummed a melody¹
make a low continuous sound¹
- The refrigerator is humming¹
sound with a monotonous hum¹
be noisy with activity¹

Wiktionary: hum

hum

verb

to make sound with lips closed
- hum → fredonner

hum

verb

Émettre des vibrations sonores
- bourdonner → rumble; hum; whir
Fredonner
- bourdonner → hum
faire des fredons
- fredonner → hum
chanter entre ses dents
- fredonner → hum
faire entendre les ronrons, émettre un ronflement sourd et continu, en parlant d'un chat ou d'un félin, qui exprime en général son contentement.
- ronronner → purr; hum; buzz; drone; whir
produire une sorte de bourdonnement, de ronflement dû à un mouvement très rapide de rotation, d’agitation.
- vrombir → hum; snore; snort

noun

action de ronronner ; bruit provoqué par cette action.
- ronronnement → drone; hum; purr

Cross Translation:

From	To	Via
• hum	→ bourdonner; fredonner	↔ summen — ohne Text, meist mit zusammengepressten Lippen, die Melodie zu einem Lied von sich geben

Verwante vertalingen van humming

bees' humming

Remove Ads

Vertaal humming van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor humming (Engels) in het Frans

humming:

humming bijvoeglijk naamwoord

humming (industrious; busy; active; operative; busily; hard-working; actively; working; industriously)

humming (buzzing)

humming [the ~] zelfstandig naamwoord

the humming (soft singing)

the humming (buzzing)

the humming (whirring)

the humming (bees' humming; buzzing)

Vertaal Matrix voor humming:

Synoniemen voor "humming":

Verwante definities voor "humming":

Wiktionary: humming

hum:

to hum werkwoord (hums, hummed, humming)

to hum (blow; whistle)

to hum

to hum (buzz)

to hum (buzz)

Conjugations for hum:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

hum [the ~] zelfstandig naamwoord

the hum (noise; rumour; roar; hubbub; movement; din; rumor)

the hum (buzz; whirr; zooming)

the hum (bustle; muttering; murmuring; babbling; buzz; din)

Vertaal Matrix voor hum:

Verwante woorden van "hum":

Synoniemen voor "hum":

Verwante definities voor "hum":

Wiktionary: hum

Verwante vertalingen van humming