Engels

Uitgebreide vertaling voor wrapper (Engels) in het Frans

wrapper:

wrapper [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wrapper (envelope; cover)
    l'enveloppe; le couvert
  2. the wrapper (wrapping; packaging; cover)
    l'empaquetage; la boîte; l'emballage; le carton; l'enveloppe
  3. the wrapper (shell)
    la peau; la couche; l'écorce; l'enveloppement
    • peau [la ~] zelfstandig naamwoord
    • couche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • écorce [la ~] zelfstandig naamwoord
    • enveloppement [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. the wrapper (scallop; shell)
    la coquille

Vertaal Matrix voor wrapper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boîte cover; packaging; wrapper; wrapping bin; box; can; canister; carton; case; container; convict prison; correctional center; cover; crate; detention centre; jail; little can; little drum; packaging; packing; parcel; penitentiary; prison; prison camp; shell; storage can; storing space; tin; wrapping
carton cover; packaging; wrapper; wrapping beer mat; box; cardboard; carton; coaster; cover; packaging; packing; paperboard; parcel; shell; storing space; wrapping
coquille scallop; shell; wrapper hull; husk; shell
couche shell; wrapper bed; bedstead; cold frame; diaper; film; first coat; garden frame; hull; husk; lair; layer; level; map layer; nappy; place to sleep; primer; priming coat; river-bed; shell; sleeping-place; thin layer; undercoat
couvert cover; envelope; wrapper cloak; couvert; cover; cutlery; front
emballage cover; packaging; wrapper; wrapping bale; box; cover; packaging; packing; parcel; shell; wrapping; wrapping paper
empaquetage cover; packaging; wrapper; wrapping bale; cover; packaging; packing; parcel; shell; wrapping
enveloppe cover; envelope; packaging; wrapper; wrapping binding; book cover; couvert; cover; envelope; hull; husk; packaging; packing; shell; wrapping
enveloppement shell; wrapper encirclement; enclosure
peau shell; wrapper coat; hide; hull; husk; membrane; peel; pelt; rind; shell; skin
écorce shell; wrapper bark; bark-piece; cork; cortex; crust; hull; husk; peel; rind; scab; shell; skin; tree bark
- housecoat; neglige; negligee; peignoir; wrap; wrapping
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
couche layer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cover; envelope
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couvert built up; camouflaged; cloudy; concealed; covered; covered up; crestfallen; disappointed; disguised; disillusioned; down in the mouth; glum; hidden; insured; let down; made up; overcast; secret; secured; veiled

Verwante woorden van "wrapper":


Synoniemen voor "wrapper":


Verwante definities voor "wrapper":

  1. a loose dressing gown for women1
  2. cloak that is folded or wrapped around a person1
  3. the covering (usually paper or cellophane) in which something is wrapped1

Wiktionary: wrapper

wrapper
noun
  1. something that is wrapped around something else as a cover or protection
  2. a person who wraps parcels etc
wrapper
noun
  1. Petite bande d’étoffe flottante en forme de flamme.
  2. D’un cigare
  3. Grande pièce d’étoffe épaisse
  4. Résultat d'emballer