Engels

Uitgebreide vertaling voor arrival (Engels) in het Nederlands

arrival:

arrival [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the arrival (arriving; coming)
    komen; aankomen; arriveren
    • komen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • aankomen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • arriveren [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. the arrival (coming)
    de aankomst; de komst
    • aankomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • komst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. the arrival (entry)
    de binnenkomst; de aankomst
  4. the arrival (entry; entrance; incoming; entering)
    de entree; de binnenkomst; de intrede; de intocht
    • entree [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • binnenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • intrede [de ~] zelfstandig naamwoord
    • intocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the arrival (coming over; advent)
    de komst; de overkomst
    • komst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • overkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor arrival:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen arrival; arriving; coming
aankomst arrival; coming; entry
arriveren arrival; arriving; coming
binnenkomst arrival; entering; entrance; entry; incoming
entree arrival; entering; entrance; entry; incoming access; admission; admission charge; admission fee; admittance; entrance; entrance charge; entrance fee; entry; foyer; hall; lobby; vestibule
intocht arrival; entering; entrance; entry; incoming
intrede arrival; entering; entrance; entry; incoming
komen arrival; arriving; coming
komst advent; arrival; coming; coming over
overkomst advent; arrival; coming over
- arriver; comer; reaching
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen arrive; become heavier; call at; call on; come past; drop by; drop in; end; finish; gain; gain weight; look for; look up; pass; seek out; visit
arriveren arrive
komen come; come up

Verwante woorden van "arrival":


Synoniemen voor "arrival":


Verwante definities voor "arrival":

  1. accomplishment of an objective1
  2. the act of arriving at a certain place1
    • they awaited her arrival1
  3. someone who arrives (or has arrived)1

Wiktionary: arrival

arrival
noun
  1. act of arriving or something that has arrived
arrival
noun
  1. de bestemming bereiken, het aankomen

Cross Translation:
FromToVia
arrival aankomst arrivageabord, arrivée des navires dans un port.
arrival aankomst; plaats van aankomst arrivéeaction d’arriver.
arrival aanvoer; bevoorrading; leverantie; levering; toevoer fournitureprovision fournir ou à fournir.
arrival provisie; voorraad; aanvoer; bevoorrading; proviandering; ravitaillering; voedselvoorziening ravitaillement — logistique|fr action de ravitailler.

Verwante vertalingen van arrival