Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: carrot

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: carrot

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

carrot:
- wortel; peen
Wiktionary:
- carrot → peen, wortel
- carrot → wortel, peen

Engels

Uitgebreide vertaling voor carrot (Engels) in het Nederlands

carrot:

carrot [the ~] zelfstandig naamwoord

the carrot
de wortel; de peen
- wortel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- peen [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor carrot:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
peen	carrot
wortel	carrot	beet; beetroot
-	Daucus carota sativa; cultivated carrot

Verwante woorden van "carrot":

carrots

Synoniemen voor "carrot":

root
cultivated carrot; Daucus carota sativa; herb; herbaceous plant
root vegetable
reward; reinforcement

Verwante definities voor "carrot":

promise of reward as in¹
- carrot and stick¹
- used the carrot of subsidized housing for the workers to get their vote¹
orange root; important source of carotene¹
perennial plant widely cultivated as an annual in many varieties for its long conical orange edible roots; temperate and tropical regions¹
deep orange edible root of the cultivated carrot plant¹

Wiktionary: carrot

carrot

noun

orange root vegetable
- carrot → peen; wortel

Cross Translation:

From	To	Via
• carrot	→ wortel	↔ Karotte — regional: die Möhre (Daucus carota ssp. sativus) allgemein
• carrot	→ wortel	↔ Möhre — Wurzelgemüse einiger Arten aus der Familie der Doldenblütler
• carrot	→ wortel; peen	↔ carotte — Légume

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University