Engels

Uitgebreide vertaling voor clout (Engels) in het Nederlands

clout:

clout [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the clout (wallop; smack; slap; punch)
    – (boxing) a blow with the fist 1
    de peut; de klap; de stoot; de opstopper
    • peut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opstopper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the clout (punch; nudge; whopper; )
    – (boxing) a blow with the fist 1
    de opdonder; de muilpeer; de mep; de stoot; de klap; de hengst; de peut; de oplawaai; de opduvel; de lel
    • opdonder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • muilpeer [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hengst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • peut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • oplawaai [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opduvel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lel [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. the clout (hobnail; cloutnail; tack)
    – a short nail with a flat head; used to attach sheet metal to wood 1
    de kopspijker; het spijkertje; kleine spijker met platte kop
  4. the clout (pull)
    – special advantage or influence 1
    de invloed
    • invloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor clout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hengst blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper horse; stallion
invloed clout; pull influence
klap blow; clout; jab; nudge; punch; slap; smack; wallop; whopper babble; backbiting; bang; blah; blast; blow; boom; bump; bunkum; clanging; claptrap; crash; defamation; gossip; jaw; knock; mudslinging; prattle; scandal; scandal-mongering; slander; slap; slipslop; smack; talk; talkee-talkee; talking; talks; thud; thump; tittle-tattle; tolling; vilification; wishwash
kleine spijker met platte kop clout; cloutnail; hobnail; tack
kopspijker clout; cloutnail; hobnail; tack
lel blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper blow; knock; lobe; seed leaf; slap; smack
mep blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper blow; box on the ear; knock; slap; smack
muilpeer blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper box on the ear; punch on the jaw; slap in the face
opdonder blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper punch
opduvel blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper
oplawaai blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper
opstopper clout; punch; slap; smack; wallop
peut blow; clout; jab; nudge; punch; slap; smack; wallop; whopper turps; white spirit
spijkertje clout; cloutnail; hobnail; tack
stoot blow; clout; jab; nudge; punch; slap; smack; wallop; whopper blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shake; shove; thrust
- biff; clout nail; lick; poke; punch; slug
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- box on the ear

Verwante woorden van "clout":


Synoniemen voor "clout":


Verwante definities voor "clout":

  1. (boxing) a blow with the fist1
    • I gave him a clout on his nose1
  2. a short nail with a flat head; used to attach sheet metal to wood1
  3. special advantage or influence1
    • It takes a lot of clout to get things done in politics.2
  4. a target used in archery1
  5. strike hard, especially with the fist1
    • He clouted his attacker1

Wiktionary: clout

clout
verb
  1. hit, especially with the fist
noun
  1. piece, fragment
  2. iron plate on an axletree or other wood to keep it from wearing
  3. swaddling cloth
  4. piece of cloth
  5. archery: center of the butt
  6. informal: blow with the hand
  7. influence, effectiveness

Verwante vertalingen van clout