Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
coworker:
-
Wiktionary:
coworker → medewerker, collega, medewerkster
coworker → ambtgenoot, collega, medewerker
co-worker → collega -
Synoniemen voor "co-worker":
colleague; fellow worker; workfellow; associate
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor coworker (Engels) in het Nederlands
co-worker:
Vertaal Matrix voor co-worker:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | colleague; fellow worker; workfellow |
Synoniemen voor "co-worker":
Verwante definities voor "co-worker":
Wiktionary: coworker
coworker
Cross Translation:
noun
coworker
-
somebody with whom one works; a companion or workmate
- coworker → medewerker; collega; medewerkster
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• coworker | → ambtgenoot; collega; medewerker | ↔ collègue — (vieilli) Celui, celle qui exercer une fonction rémunérer par l’État, par rapport à ceux qui exercent cette même fonction. |