Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: data

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: data

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

data:
- data; gegevens; feit
Wiktionary:
- data → gegevens, gegeven
- data → grondstof, materiaal, materieel
- datum → gegeven

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

data:
- data; information

Engels

Uitgebreide vertaling voor data (Engels) in het Nederlands

datum:

Vertaal Matrix voor datum:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	data point

Verwante woorden van "datum":

data

Synoniemen voor "datum":

data point; information

Verwante definities voor "datum":

an item of factual information derived from measurement or research¹

Wiktionary: datum

datum

noun

een bekend geval of feit
- gegeven → datum

data:

data [the ~] zelfstandig naamwoord

the data (information)
de data; de gegevens
- data [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- gegevens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
the data (fact)
het feit
- feit [het ~] zelfstandig naamwoord
the data

– A representation of facts, concepts or instructions in a formalized manner, suitable for communication, interpretation or processing. ²
de gegevens
- gegevens [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor data:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
data	data; information
feit	data; fact	affair; business; event; fact; matter; occasion; occurrence
gegevens	data; information
-	information

Verwante woorden van "data":

datum

Synoniemen voor "data":

information; collection; aggregation; accumulation; assemblage

Verwante definities voor "data":

a collection of facts from which conclusions may be drawn¹
- statistical data¹
A representation of facts, concepts or instructions in a formalized manner, suitable for communication, interpretation or processing.²

Wiktionary: data

data

noun

plural of datum
- data → gegevens
information
- data → gegeven

Cross Translation:

From	To	Via
• data	→ grondstof; materiaal; materieel	↔ matériau — À trier

Verwante vertalingen van data

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor data (Nederlands) in het Engels

data:

data [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de data (gegevens)
the data; the information
- data [the ~] zelfstandig naamwoord
- information [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor data:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
data	data; gegevens	feit; gegevens
information	data; gegevens	convocatie; info; informatie; informaties; informeren; inlichting; inlichtingen; kennisgeving; mededeling; opheldering; ophelderingen; toelichting; toelichtingen; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklaring; verwittiging; voorlichting
-	feit; gegeven

Synoniemen voor "data":

feit; gegeven

Verwante definities voor "data":

wat bekend is of wat je weet³
- voer je deze data in de computer in?³