Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: enumeration

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: enumeration

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

enumeration:
- opsomming
enumerate:
- opnoemen; opsommen
Wiktionary:
- enumeration → enumeratie, opsomming
- enumeration → opsomming
- enumerate → opsommen, enumereren, uittellen
- enumerate → opsommen

Engels

Uitgebreide vertaling voor enumeration (Engels) in het Nederlands

enumeration:

enumeration [the ~] zelfstandig naamwoord

the enumeration

– A list of named constants. ¹
de opsomming
- opsomming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor enumeration:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opsomming	enumeration	list; statement; summary
-	count; counting; numbering; numeration; reckoning; tally

Synoniemen voor "enumeration":

numbering; list; listing
count; counting; numeration; reckoning; tally; investigation; investigating

Verwante definities voor "enumeration":

the act of counting; reciting numbers in ascending order²
a numbered list²
A list of named constants.¹

Wiktionary: enumeration

enumeration

noun

opsomming
- enumeratie → enumeration
taalkunde|nld een in een rij geplaatste serie van items, horizontaal of verticaal ten opzichte van elkaar geplaatst.
- opsomming → enumeration

Cross Translation:

From	To	Via
• enumeration	→ opsomming	↔ énumération — action d’énumérer.

enumeration vorm van enumerate:

to enumerate werkwoord (enumerates, enumerated, enumerating)

to enumerate (mention; list; name)
opnoemen; opsommen
- opnoemen werkwoord (noem op, noemt op, noemde op, noemden op, opgenoemd)
- opsommen werkwoord (som op, somt op, somde op, somden op, opgesomd)

Conjugations for enumerate:

present

enumerate
enumerate
enumerates
enumerate
enumerate
enumerate

simple past

enumerated
enumerated
enumerated
enumerated
enumerated
enumerated

present perfect

have enumerated
have enumerated
has enumerated
have enumerated
have enumerated
have enumerated

past continuous

was enumerating
were enumerating
was enumerating
were enumerating
were enumerating
were enumerating

future

shall enumerate
will enumerate
will enumerate
shall enumerate
will enumerate
will enumerate

continuous present

am enumerating
are enumerating
is enumerating
are enumerating
are enumerating
are enumerating

subjunctive

be enumerated
be enumerated
be enumerated
be enumerated
be enumerated
be enumerated

diverse

enumerate!
let's enumerate!
enumerated
enumerating

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor enumerate:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opnoemen	enumerate; list; mention; name
opsommen	enumerate; list; mention; name
-	count; itemise; itemize; number; numerate; recite

Verwante woorden van "enumerate":

enumerating, enumeration

Synoniemen voor "enumerate":

recite; itemize; itemise; name; identify
count; number; numerate; determine; find; find out; ascertain

Verwante definities voor "enumerate":

specify individually²
- She enumerated the many obstacles she had encountered²
determine the number or amount of²

Wiktionary: enumerate

enumerate

verb

To determine the amount of
- enumerate → opsommen; enumereren
To specify each member of a sequence individually in incrementing order
- enumerate → uittellen

Cross Translation:

From	To	Via
• enumerate	→ opsommen	↔ énumérer — énoncer une à une les parties d’un tout.