Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. foreigner:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor foreigner (Engels) in het Nederlands

foreigner:

foreigner [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the foreigner
    – a person who comes from a foreign country; someone who does not owe allegiance to your country 1
    buitenlandse; de vreemdelinge
  2. the foreigner (outsider; alien; stranger)
    – a person who comes from a foreign country; someone who does not owe allegiance to your country 1
    de buitenlander; de vreemdeling
    de allochtoon
    – een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren 2

Vertaal Matrix voor foreigner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allochtoon alien; foreigner; outsider; stranger allochthone
buitenlander alien; foreigner; outsider; stranger
buitenlandse foreigner
vreemdeling alien; foreigner; outsider; stranger alien; outsider; stranger; unknown person
vreemdelinge foreigner
- alien; noncitizen; outlander; outsider
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allochtoon allochthonous

Verwante woorden van "foreigner":


Synoniemen voor "foreigner":


Antoniemen van "foreigner":


Verwante definities voor "foreigner":

  1. a person who comes from a foreign country; someone who does not owe allegiance to your country1
  2. someone who is excluded from or is not a member of a group1

Wiktionary: foreigner

foreigner
noun
  1. person in a foreign land
foreigner
noun
  1. iemand die in het buitenland woont, of iemand afkomstig uit het buitenland
  2. iemand die uit een ander gebied of land afkomstig is dan het onderhavige

Cross Translation:
FromToVia
foreigner vreemdeling Ausländerallgemein: Person aus dem Ausland (Herkunft aus einem anderen Land)
foreigner buitenlander étranger — Personne en provenance d’une région différente.