Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fraction:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fraction (Engels) in het Nederlands

fraction:

fraction [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fraction
    de breuk; breukgetal
    • breuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • breukgetal [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fraction:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breuk fraction break; crack; cracking; crash; flaw; fracture; interference; interruption; intervention; meddling; severance
breukgetal fraction
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- divide

Verwante woorden van "fraction":


Synoniemen voor "fraction":


Antoniemen van "fraction":


Verwante definities voor "fraction":

  1. a small part or item forming a piece of a whole1
  2. the quotient of two rational numbers1
  3. a component of a mixture that has been separated by a fractional process1
  4. perform a division1
  5. A small part, amount, or proportion of something.2
  6. A number that is not a whole number, such as ½ (vulgar fraction) or 0.5 (decimal fraction), formed by dividing one quantity into another.2

Wiktionary: fraction

fraction
noun
  1. arithmetic: ratio
fraction
noun
  1. de uitkomst (quotiënt) van een deling van twee of meer gehele getallen
  2. een klein deel

Cross Translation:
FromToVia
fraction breuk BruchMathematik: die Darstellung eines Quotienten von Termen, insbesondere von ganzen Zahlen, bei der man einen zumeist horizontalen horizontalen Bruchstrich zieht, über diesem als Zähler den Dividenden schreibt und unterhalb als Nenner den Divisor.
fraction breukgetal BruchzahlMathematik: rationale Zahl, die keine Ganzzahl ist, vor allem in der Darstellung \frac{a}{b}, wobei man a den Zähler, b den Nenner und den trennenden Strich Bruchstrich nennt.