Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: grease

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: grease

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. grease:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor grease (Engels) in het Nederlands

grease:

grease [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grease (fat; lard)
    de reuzel; het vet; de olie; de smeer
    • reuzel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • olie [de ~] zelfstandig naamwoord
    • smeer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to grease werkwoord (greases, greased, greasing)

  1. to grease (smear; lubricate; rub in; oil)
    oliën; smeren; invetten; inoliën
    • oliën werkwoord (olie, oliet, oliede, olieden, geolied)
    • smeren werkwoord (smeer, smeert, smeerde, smeerden, gesmeerd)
    • invetten werkwoord (vet in, vette in, vetten in, ingevet)
    • inoliën werkwoord (olie in, oliet in, oliede in, olieden in, ingeölied)
  2. to grease (depart; leave; leave for; )
    verlaten; afreizen; wegtrekken; heengaan; verdwijnen; wegreizen
    • verlaten werkwoord (verlaat, verliet, verlieten, verlaten)
    • afreizen werkwoord (reis af, reist af, reisde af, reisden af, afgereisd)
    • wegtrekken werkwoord (trek weg, trekt weg, trok weg, trokken weg, weggetrokken)
    • heengaan werkwoord (ga heen, gaat heen, ging heen, gingen heen, heengegaan)
    • verdwijnen werkwoord (verdwijn, verdwijnt, verdween, verdwenen, verdwenen)
    • wegreizen werkwoord (reis weg, reist weg, reisde weg, reisden weg, weggereisd)
  3. to grease (lubricate; oil)
    doorsmeren
    • doorsmeren werkwoord (smeer door, smeert door, smeerde door, smeerden door, doorgesmeerd)

Conjugations for grease:

present
  1. grease
  2. grease
  3. greases
  4. grease
  5. grease
  6. grease
simple past
  1. greased
  2. greased
  3. greased
  4. greased
  5. greased
  6. greased
present perfect
  1. have greased
  2. have greased
  3. has greased
  4. have greased
  5. have greased
  6. have greased
past continuous
  1. was greasing
  2. were greasing
  3. was greasing
  4. were greasing
  5. were greasing
  6. were greasing
future
  1. shall grease
  2. will grease
  3. will grease
  4. shall grease
  5. will grease
  6. will grease
continuous present
  1. am greasing
  2. are greasing
  3. is greasing
  4. are greasing
  5. are greasing
  6. are greasing
subjunctive
  1. be greased
  2. be greased
  3. be greased
  4. be greased
  5. be greased
  6. be greased
diverse
  1. grease!
  2. let's grease!
  5. greased
  6. greasing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor grease:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heengaan depart; leave
olie fat; grease; lard crude oil; engine oil; kerosene; motor oil; oil; petroleum; suntan oil
reuzel fat; grease; lard lard
smeer fat; grease; lard liniment; ointment; unguent
verdwijnen disappearance; disappearing; vanishing
verlaten leaving
vet fat; grease; lard
- dirt; filth; grime; grunge; lubricating oil; soil; stain
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afreizen depart; grease; leave; leave for; rub in; sail; set out; smear; start; take off; travel depart; go away; leave; take off
doorsmeren grease; lubricate; oil
heengaan depart; grease; leave; leave for; rub in; sail; set out; smear; start; take off; travel abandon; be killed; be killed in action; break up; depart; depart from; depart this earth; depart this life; die; expire; fall; go; go away; leave; pass away; perish; retire; secede from; succumb; withdraw
inoliën grease; lubricate; oil; rub in; smear
invetten grease; lubricate; oil; rub in; smear
oliën grease; lubricate; oil; rub in; smear
smeren grease; lubricate; oil; rub in; smear depart; go away; leave; take off
verdwijnen depart; grease; leave; leave for; rub in; sail; set out; smear; start; take off; travel disappear; vanish
verlaten depart; grease; leave; leave for; rub in; sail; set out; smear; start; take off; travel abandon; depart from; desert; leave; retire; secede from; withdraw
wegreizen depart; grease; leave; leave for; rub in; sail; set out; smear; start; take off; travel depart; go away; leave; take off
wegtrekken depart; grease; leave; leave for; rub in; sail; set out; smear; start; take off; travel depart; go away; leave; take off
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verlaten deserted; desolate; forlorn; isolated; lonely; lonesome; secluded; sequestered; solitary
vet bold; boldface; bulky; fatty; greasy; sizeable

Verwante woorden van "grease":


Synoniemen voor "grease":


Verwante definities voor "grease":

  1. the state of being covered with unclean things1
  2. a thick fatty oil (especially one used to lubricate machinery)1
  3. lubricate with grease1
    • grease the wheels1

Wiktionary: grease

grease
verb
  1. to bribe
  2. put grease or fat on something
noun
  1. oily or fatty matter
  2. animal fat
grease
noun
  1. gladde, zeer vette vloeistoffen, smeermiddelen
Cross Translation:
FromToVia
• grease → smeer; smeermiddel; smeersel; vet ↔ graisse — À trier
• grease → omkopen ↔ graisser — enduire de graisse, lubrifier, oindre avec un corps gras.
• grease → smeren; besmeren; doorsmeren ↔ étaler — Traductions à trier suivant le sens.
• grease → smeren; besmeren; doorsmeren; spreiden; ontvouwen; uitspreiden; uitbouwen; uitbreiden; vergroten; afwikkelen; ontrollen; uitrollen; ophouden; rekken; strekken; uitsteken; uitstrekken; verdunnen; versnijden; verwateren ↔ étendre — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van grease







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0491 seconde
Page rendered in 1.0 seconds