Server: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

server:
- lepel; opscheplepel; dientafel; serveertafel; server; netwerkserver
Wiktionary:
- server → server
- server → server, kelner

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

server:
- server; network server
Wiktionary:
- server → server
- server → server

Engels

Uitgebreide vertaling voor server (Engels) in het Nederlands

server:

server [the ~] zelfstandig naamwoord

the server (tablespoon; ladle)
de lepel; de opscheplepel
- lepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- opscheplepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the server (dumb waiter)
dientafel; serveertafel
- dientafel [znw.] zelfstandig naamwoord
- serveertafel [znw.] zelfstandig naamwoord
the server (network server)

– On the Internet or other network, a computer or program that hosts web pages and responds to commands from a client. ¹
de server; netwerkserver
- server [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- netwerkserver
the server

– A computer that provides shared resources, such as files or printers, to network users. ¹
de server
- server [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor server:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dientafel	dumb waiter; server	credence-table
lepel	ladle; server; tablespoon	spoon
opscheplepel	ladle; server; tablespoon
serveertafel	dumb waiter; server
server	network server; server
-	host; waiter
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
netwerkserver	network server; server
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
netwerkserver		network server

Verwante woorden van "server":

servers

Synoniemen voor "server":

waiter; dining-room attendant; restaurant attendant
player; participant
host; computer; computing machine; computing device; data processor; electronic computer; information processing system
utensil

Verwante definities voor "server":

utensil used in serving food or drink²
(computer science) a computer that provides client stations with access to files and printers as shared resources to a computer network²
(court games) the player who serves to start a point²
a person whose occupation is to serve at table (as in a restaurant)²
On the Internet or other network, a computer or program that hosts web pages and responds to commands from a client.¹
A computer that provides shared resources, such as files or printers, to network users.¹

Wiktionary: server

server

noun

-
- server → server

server

noun

een computer die diensten verleent aan andere programma's
- server → server

Cross Translation:

From	To	Via
• server	→ server	↔ Server — Ein Computer in einem Netzwerk, der für andere Computer Dienste bereitstellt.
• server	→ kelner	↔ serveur — Serviteur à table ou au buffet
• server	→ server	↔ serveur — Logiciel ou ordinateur

Verwante vertalingen van server

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor server (Nederlands) in het Engels

server:

server [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de server (netwerkserver)
the server; the network server
– On the Internet or other network, a computer or program that hosts web pages and responds to commands from a client. ¹
- server [the ~] zelfstandig naamwoord
- network server [the ~] zelfstandig naamwoord
de server
the server
– A computer that provides shared resources, such as files or printers, to network users. ¹
- server [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor server:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
network server	netwerkserver; server
server	netwerkserver; server	dientafel; lepel; opscheplepel; serveertafel
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
network server		netwerkserver

Wiktionary: server

server

noun

een computer die diensten verleent aan andere programma's
- server → server

server

noun

-
- server → server

Cross Translation:

From	To	Via
• server	→ server	↔ Server — Ein Computer in einem Netzwerk, der für andere Computer Dienste bereitstellt.
• server	→ server	↔ serveur — Logiciel ou ordinateur

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: server

Uitgebreide vertaling voor server (Engels) in het Nederlands

server:

server [the ~] zelfstandig naamwoord

the server (tablespoon; ladle)

the server (dumb waiter)

the server (network server)

the server

Vertaal Matrix voor server:

Verwante woorden van "server":

Synoniemen voor "server":

Verwante definities voor "server":

Wiktionary: server

Verwante vertalingen van server

Uitgebreide vertaling voor server (Nederlands) in het Engels

server:

server [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de server (netwerkserver)

de server

Vertaal Matrix voor server:

Wiktionary: server