Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
speciality:
-
Wiktionary:
speciality → specialiteit
speciality → afdeling, branche, tak, vak -
Synoniemen voor "speciality":
forte; strong suit; long suit; metier; specialty; strong point; strength; asset; plus
peculiarity; specialness; distinctiveness; individuality; individualism; individuation
specialization; specialisation; specialism; career; calling; vocation
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor speciality (Engels) in het Nederlands
speciality:
Vertaal Matrix voor speciality:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | distinctiveness; forte; long suit; metier; peculiarity; specialisation; specialism; specialization; specialness; specialty; strength; strong point; strong suit | |
| Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | specialty |
Synoniemen voor "speciality":
Antoniemen van "speciality":
Verwante definities voor "speciality":
Wiktionary: speciality
speciality
Cross Translation:
noun
-
bijzondere kennis of vaardigheid van iemand
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • speciality | → afdeling; branche; tak; vak | ↔ spécialité — caractère de ce qui est spécial. |