Engels

Uitgebreide vertaling voor superior (Engels) in het Nederlands

superior:

superior [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the superior (boss; chief; head; leader)
    de baas; de chef; het hoofd; werkbaas; de voorman
    • baas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • chef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoofd [het ~] zelfstandig naamwoord
    • werkbaas [znw.] zelfstandig naamwoord
    • voorman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

superior bijvoeglijk naamwoord

  1. superior (classy; better)
    superieur
  2. superior (arrogant; presumptuous; supercilious; haughty; high-handed)
    arrogant; hooghartig; verwaand; zelfingenomen; zelfgenoegzaam; uit de hoogte; neerbuigend; hautain; hovaardig; aanmatigend; hoogmoedig
  3. superior (exquisite; very pretty; dainty; )
    uitgelezen; heel mooi

Vertaal Matrix voor superior:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baas boss; chief; head; leader; superior boss; chief; commander; leader; lord; master; principal; ruler
chef boss; chief; head; leader; superior boss; headmanager; manager
hoofd boss; chief; head; leader; superior beginning; beginning of a letter; boss; captain; centurion; chief; chieftain; commander; head; head of a human being; head teacher; headman; leader; principal; rector; sphere; tribal chief
superieur Superior; boss; chief; leader; master; principal
voorman boss; chief; head; leader; superior foreman; front-rank man; headman
werkbaas boss; chief; head; leader; superior
- higher-up; master; superordinate; superscript; victor
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmatigend arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; haughty; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
arrogant arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; haughty; presumptuous; proud
hautain arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; haughty; presumptuous
hooghartig arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; contemptuous; contumelious; depreciatory; derisive; derogatory; disdainful; disparaging; haughty; high-and-mighty; presumptuous; proud; scornful; slighting; sneering; supercilious
hoogmoedig arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; haughty; proud
hovaardig arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; haughty; proud
neerbuigend arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; depreciatory; derogatory; disparaging; haughty; high-and-mighty; proud; slighting; supercilious
superieur better; classy; superior
uitgelezen choice; dainty; elite; exquisite; select; superior; very pretty choice; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop
verwaand arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; bumptious; conceited; condescending; foppish; haughty; overbearing; pedantic; presumptuous; proud; self-satisfied; stuck-up; swanky
zelfgenoegzaam arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; condescending; haughty; overbearing; pedantic; presumptuous; self-satisfied; stuck-up
zelfingenomen arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; condescending; haughty; overbearing; pedantic; presumptuous; self-satisfied; stuck-up
- higher-ranking; ranking; superscript
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- better; lofty
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heel mooi choice; dainty; elite; exquisite; select; superior; very pretty
hoofd principal
uit de hoogte arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior arrogant; depreciatory; derogatory; disparaging; haughty; high-and-mighty; proud; slighting; supercilious

Verwante woorden van "superior":


Synoniemen voor "superior":


Antoniemen van "superior":


Verwante definities voor "superior":

  1. (often followed by `to') above being affected or influenced by1
    • he is superior to fear1
    • an ignited firework proceeds superior to circumstances until its blazing vitality fades1
  2. (sometimes followed by `to') not subject to or influenced by1
    • overcome by a superior opponent1
    • trust magnates who felt themselves superior to law1
  3. having a higher rank1
    • superior officer1
  4. of or characteristic of high rank or importance1
    • a superior ruler1
  5. of high or superior quality or performance1
    • superior wisdom derived from experience1
    • superior math students1
  6. having an orbit farther from the sun than the Earth's orbit1
    • Mars and Jupiter are the closest in of the superior planets1
  7. written or printed above and to one side of another character1
  8. a character or symbol set or printed or written above and immediately to one side of another character1
  9. the head of a religious community1
  10. one of greater rank or station or quality1
  11. a combatant who is able to defeat rivals1

Wiktionary: superior

superior
adjective
  1. higher in rank or quality
superior
adjective
  1. de voorrang hebbend

Cross Translation:
FromToVia
superior lucratief; rendabel; winstgevend; voordelig avantageux — Qui apporte, qui produit de l’avantage.
superior boven-; bovenste; opperste; prevalent; superieur supérieur — Qui est situé au-dessus.

Superior:

Superior [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Superior
    de superieur; de meerdere

Vertaal Matrix voor Superior:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meerdere Superior boss; chief; leader; master; principal
superieur Superior boss; chief; leader; master; principal
- Lake Superior
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
superieur better; classy; superior
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meerdere several

Verwante definities voor "Superior":

  1. a town in northwest Wisconsin on Lake Superior across from Duluth1
  2. the largest freshwater lake in the world; the deepest of the Great Lakes1

Verwante vertalingen van superior