Engels

Uitgebreide vertaling voor undo (Engels) in het Nederlands

undo:

to undo werkwoord (undoes, undid, undoing)

  1. to undo (cancel; neutralize; unhitch; unpick; neutralise)
    opheffen; terugdraaien; teniet doen; nullificeren; vernietigen; ondervangen
    • opheffen werkwoord (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
    • terugdraaien werkwoord (draai terug, draait terug, draaide terug, draaiden terug, teruggedraaid)
    • teniet doen werkwoord
    • nullificeren werkwoord
    • vernietigen werkwoord (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
    • ondervangen werkwoord (ondervang, ondervangt, onderving, ondervingen, ondervangen)
  2. to undo (cancel; abolish; nullify; annul)
    opheffen; teniet doen; verijdelen; nullificeren; vernietigen; ondervangen
    • opheffen werkwoord (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
    • teniet doen werkwoord
    • verijdelen werkwoord (verijdel, verijdelt, verijdelde, verijdelden, verijdeld)
    • nullificeren werkwoord
    • vernietigen werkwoord (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
    • ondervangen werkwoord (ondervang, ondervangt, onderving, ondervingen, ondervangen)
  3. to undo (annul; nullify; cancel)
    tenietdoen; delgen; vernietigen
    • tenietdoen werkwoord
    • delgen werkwoord (delg, delgt, delgde, delgden, gedelgd)
    • vernietigen werkwoord (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
  4. to undo (nullify; rescind; annul)
    te niet doen
    • te niet doen werkwoord (doe te niet, doet te niet, deed te niet, deden te niet, te niet gedaan)
  5. to undo (unpick; take out; pull out)
    uithalen; loshalen
    • uithalen werkwoord (haal uit, haalt uit, haalde uit, haalden uit, uitgehaald)
    • loshalen werkwoord
  6. to undo (unhitch; unpick)
    loshaken
    • loshaken werkwoord (haak los, haakt los, haakte los, haakten los, losgehaakt)
  7. to undo (unbutton; unravel; untie; )
    ontknopen; losknopen
    • ontknopen werkwoord (ontknoop, ontknoopt, ontknoopte, ontknoopten, ontknoopt)
    • losknopen werkwoord (knoop los, knoopt los, knoopte los, knoopten los, losgeknoopt)
  8. to undo (open; get undone)
    open krijgen; loskrijgen
  9. to undo
    – To go back to a previous state by reversing the effects of one or more commands. 1

Conjugations for undo:

present
  1. undo
  2. undo
  3. undoes
  4. undo
  5. undo
  6. undo
simple past
  1. undid
  2. undid
  3. undid
  4. undid
  5. undid
  6. undid
present perfect
  1. have undone
  2. have undone
  3. has undone
  4. have undone
  5. have undone
  6. have undone
past continuous
  1. was undoing
  2. were undoing
  3. was undoing
  4. were undoing
  5. were undoing
  6. were undoing
future
  1. shall undo
  2. will undo
  3. will undo
  4. shall undo
  5. will undo
  6. will undo
continuous present
  1. am undoing
  2. are undoing
  3. is undoing
  4. are undoing
  5. are undoing
  6. are undoing
subjunctive
  1. be undone
  2. be undone
  3. be undone
  4. be undone
  5. be undone
  6. be undone
diverse
  1. undo!
  2. let's undo!
  3. undone
  4. undoing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

undo [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the undo (undo phase)
    – The phase during database recovery that reverses (rolls back) changes made by any transactions that were uncommitted when the redo phase of recovery completed. 1

Vertaal Matrix voor undo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opheffen lifting; removal; revoking; withdrawal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delgen annul; cancel; nullify; undo
loshaken undo; unhitch; unpick uncouple; unhitch
loshalen pull out; take out; undo; unpick
losknopen fray; loosen; ravel out; unbutton; undo; unlock; unravel; untie
loskrijgen get undone; open; undo get undone; loosen; pull out; release; set free; unlace; unpick; untie; work loose
nullificeren abolish; annul; cancel; neutralise; neutralize; nullify; undo; unhitch; unpick
ondervangen abolish; annul; cancel; neutralise; neutralize; nullify; undo; unhitch; unpick catch on the way; intercept; meet with objections; receive
ongedaan maken undo
ontknopen fray; loosen; ravel out; unbutton; undo; unlock; unravel; untie solve; unravel
open krijgen get undone; open; undo
opheffen abolish; annul; cancel; neutralise; neutralize; nullify; undo; unhitch; unpick abolish; adjourn; break down; break up; disband; dissolve; heave; lift; lift up; melt away; raise; sever; shut down
te niet doen annul; nullify; rescind; undo
teniet doen abolish; annul; cancel; neutralise; neutralize; nullify; undo; unhitch; unpick
tenietdoen annul; cancel; nullify; undo negate; neutralise; neutralize; nullify
terugdraaien cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick roll back; slacken
uithalen pull out; take out; undo; unpick clean out; clear; clear out; drain; empty; finish; get undone; play a trick; pull out; remove; take out; unpick; untie
verijdelen abolish; annul; cancel; nullify; undo cause failure; counteract; frustrate; hamper; hinder; obstruct; sabotage; thwart
vernietigen abolish; annul; cancel; neutralise; neutralize; nullify; undo; unhitch; unpick convert into scrap; destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; scrap; wear out; work to death; wreck
- loosen; unmake; untie; unwrap
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
terugdraaifase undo; undo phase

Synoniemen voor "undo":


Antoniemen van "undo":


Verwante definities voor "undo":

  1. remove the outer cover or wrapping of2
    • undo the parcel2
  2. cause to become loose2
    • undo the shoelace2
  3. cancel, annul, or reverse an action or its effect2
    • I wish I could undo my actions2
  4. deprive of certain characteristics2
  5. cause the ruin or downfall of2
    • A single mistake undid the President and he had to resign2
  6. To go back to a previous state by reversing the effects of one or more commands.1
  7. The phase during database recovery that reverses (rolls back) changes made by any transactions that were uncommitted when the redo phase of recovery completed.1

Wiktionary: undo

undo
verb
  1. to reverse
  2. to unfasten

Cross Translation:
FromToVia
undo uit elkaar halen; uit elkaar nemen; ongedaan maken; door elkaar gooien; in wanorde brengen défaire — Modifier l’état d’une chose de manière qu’elle ne soit plus ce qu’elle était.