Engels

Uitgebreide vertaling voor wild (Engels) in het Nederlands

wild:

wild bijvoeglijk naamwoord

  1. wild (untamed; feral; unbroken)
    wild; ruw; ongetemd; woest; ruig
    • wild bijvoeglijk naamwoord
    • ruw bijvoeglijk naamwoord
    • ongetemd bijvoeglijk naamwoord
    • woest bijvoeglijk naamwoord
    • ruig bijvoeglijk naamwoord
  2. wild (fabulous; marvellous; great; )
    dolletjes; enig
  3. wild (seething; fierce; savage)
    ziedend; kokend
  4. wild (haphazard; random; scattered; )
    lukraak; blindelings; in het wilde weg
  5. wild (lawless; disorederly; undisciplined)
    verwilderd; bandeloos

wild [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wild
    het wild
    • wild [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the wild (wilderness)
    – a wild and uninhabited area left in its natural condition 1
    de woestenij; de wildernis

Vertaal Matrix voor wild:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wild wild game animal
wildernis wild; wilderness
woestenij wild; wilderness wasteland; wilderness
- natural state; state of nature
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandeloos disorederly; lawless; undisciplined; wild undisciplined; unfettered; ungovernable; unmanageable; unrestrained; unruly
blindelings by surprise; chaotic; haphazard; random; scattered; sudden; suddenly; unexpected; wild; without pattern; without warning
enig fabulous; fantastic; great; marvellous; marvelous; wild; wonderful a few; a little; adorable; cute; dear; enchanting; exclusive; exclusively; exquisite; incomparable; inimitable; isolated; lovely; on its own; once in a life time; one and only; separate; sole; some; special; sweet; the one and only; unique; unparalleled
kokend fierce; savage; seething; wild
lukraak by surprise; chaotic; haphazard; random; scattered; sudden; suddenly; unexpected; wild; without pattern; without warning
ongetemd feral; unbroken; untamed; wild
ruig feral; unbroken; untamed; wild barren; bushy; hairy; inhospitable; shaggy; woolly; wooly
ruw feral; unbroken; untamed; wild big-boned; hard; hard-handed; harsh; heavily-built; hefty; rough; stocky; unprocessed; violent
verwilderd disorederly; lawless; undisciplined; wild neglected
wild feral; unbroken; untamed; wild
woest feral; unbroken; untamed; wild angry; annoyed; enraged; fierce; furious; infuriated; irate; livid; mad; raging; seething; upset
ziedend fierce; savage; seething; wild angry; enraged; irate; livid; seething
- angry; barbarian; barbaric; baseless; crazy; dotty; fantastic; furious; gaga; godforsaken; groundless; hazardous; idle; raging; raving mad; risky; savage; tempestuous; uncivilised; uncivilized; unfounded; untamed; unwarranted; violent; waste
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dolletjes fabulous; fantastic; great; marvellous; marvelous; wild; wonderful
- rampantly
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- absurd; mad; random; that runs wild; uncontrollable; undomesticated; violent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in het wilde weg by surprise; chaotic; haphazard; random; scattered; sudden; suddenly; unexpected; wild; without pattern; without warning

Verwante woorden van "wild":

  • wildness, wilds, wildest, wildly

Synoniemen voor "wild":


Antoniemen van "wild":


Verwante definities voor "wild":

  1. (of the elements) as if showing violent anger1
  2. without civilizing influences1
    • wild tribes1
  3. deviating widely from an intended course1
    • a wild bullet1
    • he threw a wild pitch1
  4. intensely enthusiastic about or preoccupied with1
  5. located in a dismal or remote area; desolate1
    • a godforsaken wilderness crossroads1
    • a wild stretch of land1
  6. (of colors or sounds) intensely vivid or loud1
    • wild colors1
    • wild shouts1
  7. in a state of extreme emotion1
    • wild with anger1
    • wild with grief1
  8. fanciful and unrealistic; foolish1
  9. involving risk or danger1
    • a wild financial scheme1
  10. talking or behaving irrationally1
  11. without a basis in reason or fact1
  12. in a natural state; not tamed or domesticated or cultivated1
    • wild geese1
    • edible wild plants1
  13. marked by extreme lack of restraint or control1
    • wild talk1
    • wild parties1
  14. in a wild or undomesticated manner1
    • growing wild1
    • roaming wild1
  15. in an uncontrolled and rampant manner1
  16. a wild and uninhabited area left in its natural condition1
  17. a wild primitive state untouched by civilization1
    • he lived in the wild1
    • they collected mushrooms in the wild1

Wiktionary: wild

wild
adjective
  1. not domesticated or tamed
wild
adjective
  1. onbeschaafd, bruusk

Cross Translation:
FromToVia
wild spinnijdig; verbolgen; woedend; woest; dol; doldriftig; verwoed furieux — Qui est en fureur ; qui est en furie.
wild wild; loslopend; ongetemd; ongerept; primitief; woest; mensenschuw sauvage — Se dit de certains animaux qui vivent en liberté dans les bois, dans le désert, etc.

Verwante vertalingen van wild



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wild (Nederlands) in het Engels

wild:

wild bijvoeglijk naamwoord

  1. wild (ongetemd; ruw; woest; ruig)
    wild; feral; untamed; unbroken

wild [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het wild
    the wild
    • wild [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het wild

Vertaal Matrix voor wild:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wild wild wildernis; woestenij
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feral ongetemd; ruig; ruw; wild; woest
unbroken ongetemd; ruig; ruw; wild; woest aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
untamed ongetemd; ruig; ruw; wild; woest
- woest
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
game animal wild
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wild ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bandeloos; blindelings; dolletjes; enig; in het wilde weg; kokend; lukraak; verwilderd; ziedend

Verwante woorden van "wild":

  • wildheid, wilds, wilder, wildere, wildst, wildste

Synoniemen voor "wild":


Antoniemen van "wild":


Verwante definities voor "wild":

  1. dieren waar op gejaagd wordt2
    • hazen en fazanten horen bij het wild2
  2. niet aan mensen gewend, bang voor mensen2
    • er lopen veel wilde katten in Amsterdam2
  3. zoals voorkomt in de natuur2
    • dit zijn wilde rozen, ze worden niet gekweekt2
  4. zonder moderne beschaving2
    • er wonen nog twee wilde stammen in dat land2
  5. onbeheerst en ruw2
    • hij maakte allerlei wilde gebaren2

Wiktionary: wild

wild
adjective
  1. onbeschaafd, bruusk
noun
  1. dieren die niet onder menselijke beheersing zijn opgegroeid
  2. vlees van een wild dier
  3. in het wild
wild
noun
  1. wild animals hunted for food
adjective
  1. Marked by extreme and violent energy
  2. wild, untamed, especially of domesticated animals having returned to the wild
  3. energetic and difficult to control
  4. Wild, not cultivated
  5. -
  6. not domesticated or tamed

Cross Translation:
FromToVia
wild chicory WegwarteBotanik, kurz: gemeine Wegwarte (Cichorium intybus), blaue Blume aus der Gruppe der Korbblütler, mit der Endivie verwandt
wild game; catch gibier — chasse|fr animal sauvages comestibles qu’on prendre à la chasse.
wild wild; pristine; savage; unbridled; ferocious; rampant sauvage — Se dit de certains animaux qui vivent en liberté dans les bois, dans le désert, etc.

Verwante vertalingen van wild