Engels

Uitgebreide vertaling voor abdication (Engels) in het Nederlands

abdication:

abdication [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the abdication
    de troonsafstand

Vertaal Matrix voor abdication:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
troonsafstand abdication
- stepping down
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- renunciation; resignation

Verwante woorden van "abdication":


Synoniemen voor "abdication":


Verwante definities voor "abdication":

  1. the act of abdicating1
  2. a formal resignation and renunciation of powers1

Wiktionary: abdication

abdication
noun
  1. the act of abdicating; the renunciation of a high office, dignity, or trust, by its holder
abdication
noun
  1. het aftreden als vorst

Cross Translation:
FromToVia
abdication afstand; ontslagname; ontslagneming; troonsafstand; gelatenheid; onderwerping; afstaan; cessie; concessie; toegeving abdicationaction de renoncer à une charge importante. — note Se dit en parlant de celui qui abdiquer et de la chose abdiquer.
abdication afstand; ontslagname; ontslagneming; troonsafstand démission — travail|fr acte par lequel on se démettre d’une dignité, d’un emploi, etc.

abdicate:

to abdicate werkwoord (abdicates, abdicated, abdicating)

  1. to abdicate (resign; withdraw; retrieve; )
    terugtrekken; aftreden; uittreden
    • terugtrekken werkwoord (trek terug, trekt terug, trok terug, trokken terug, teruggetrokken)
    • aftreden werkwoord (treed af, treedt af, trad af, traden af, afgetreden)
    • uittreden werkwoord (treed uit, treedt uit, trad uit, traden uit, uitgetreden)

Conjugations for abdicate:

present
  1. abdicate
  2. abdicate
  3. abdicates
  4. abdicate
  5. abdicate
  6. abdicate
simple past
  1. abdicated
  2. abdicated
  3. abdicated
  4. abdicated
  5. abdicated
  6. abdicated
present perfect
  1. have abdicated
  2. have abdicated
  3. has abdicated
  4. have abdicated
  5. have abdicated
  6. have abdicated
past continuous
  1. was abdicating
  2. were abdicating
  3. was abdicating
  4. were abdicating
  5. were abdicating
  6. were abdicating
future
  1. shall abdicate
  2. will abdicate
  3. will abdicate
  4. shall abdicate
  5. will abdicate
  6. will abdicate
continuous present
  1. am abdicating
  2. are abdicating
  3. is abdicating
  4. are abdicating
  5. are abdicating
  6. are abdicating
subjunctive
  1. be abdicated
  2. be abdicated
  3. be abdicated
  4. be abdicated
  5. be abdicated
  6. be abdicated
diverse
  1. abdicate!
  2. let's abdicate!
  3. abdicated
  4. abdicating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor abdicate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftreden resigning; retiring
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftreden abdicate; fetch back; pull back; resign; resign from; retire; retrieve; secede from; withdraw
terugtrekken abdicate; fetch back; pull back; resign; resign from; retire; retrieve; secede from; withdraw draw back; move back; pull away; pull back; recede; retire; retreat; withdraw
uittreden abdicate; fetch back; pull back; resign; resign from; retire; retrieve; secede from; withdraw come to a halt; resign; retire; slow down; withdraw
- renounce

Verwante woorden van "abdicate":


Synoniemen voor "abdicate":


Verwante definities voor "abdicate":

  1. give up, such as power, as of monarchs and emperors, or duties and obligations1
    • The King abdicated when he married a divorcee1

Wiktionary: abdicate

abdicate
verb
  1. disinherit
  2. renounce a throne
  3. surrender or relinquish
  4. reject
abdicate
verb
  1. afstand doen van de troon, aftreden als vorst

Cross Translation:
FromToVia
abdicate zich onderwerpen; afleggen; opgeven; prijsgeven; toegeven; afstaan; wijken; afstand doen; abdiceren; abdiqueren; aftreden; afstand doen van abdiquerrenoncer à un pouvoir que l’on exercer ; se démettre de ses fonctions.