Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. activation:
  2. activate:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor activation:
    • activatie


Engels

Uitgebreide vertaling voor activation (Engels) in het Nederlands

activation:

activation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the activation
    – The chain of events that results in the creation of a COM object and returning a valid pointer to an interface on that object. 1
    de activering
  2. the activation
    – The process of verifying that a computer is running genuine Microsoft software in compliance with the software license associated with it. 1
    de activering
  3. the activation (focus of control)
    – In a sequence diagram, the time period during which an object or actor is performing an action. Activation is represented by a thin rectangle. 1
    de activering; focus van besturing
  4. the activation
    – The process of assigning an identity on Microsoft Online Services to a user account that has been migrated from a local Active Directory. 1
    de activering

Vertaal Matrix voor activation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activering activation; focus of control
- activating; energising; energizing
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
focus van besturing activation; focus of control

Synoniemen voor "activation":


Antoniemen van "activation":

  • inactivation; deactivation

Verwante definities voor "activation":

  1. making active and effective (as a bomb)2
  2. the activity of causing to have energy and be active2
  3. stimulation of activity in an organism or chemical2
  4. The chain of events that results in the creation of a COM object and returning a valid pointer to an interface on that object.1
  5. The process of starting a service program in response to a Service Broker message.1
  6. The process of verifying that a computer is running genuine Microsoft software in compliance with the software license associated with it.1
  7. In a sequence diagram, the time period during which an object or actor is performing an action. Activation is represented by a thin rectangle.1
  8. The process of assigning an identity on Microsoft Online Services to a user account that has been migrated from a local Active Directory.1

activate:

to activate werkwoord (activates, activated, activating)

  1. to activate
    activeren
    • activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)
  2. to activate (revive; generate; reactivate; )
    opwekken; tot leven wekken; activeren; reanimeren; verlevendigen; opleven
    • opwekken werkwoord (wek op, wekt op, wekte op, wekten op, opgewekt)
    • tot leven wekken werkwoord (wek tot leven, wekt tot leven, wekte tot leven, wekten tot leven, tot leven gewekt)
    • activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)
    • reanimeren werkwoord
    • verlevendigen werkwoord (verlevendig, verlevendigt, verlevendigde, verlevendigden, verlevendigd)
    • opleven werkwoord (leef op, leeft op, leefde op, leefden op, opgeleefd)
  3. to activate (stimulate; encourage; arouse; )
    aanmoedigen; activeren; opwekken; oppeppen; stimuleren; bezielen
    • aanmoedigen werkwoord (moedig aan, moedigt aan, moedigde aan, moedigden aan, aangemoedigd)
    • activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)
    • opwekken werkwoord (wek op, wekt op, wekte op, wekten op, opgewekt)
    • oppeppen werkwoord (pep op, pept op, pepte op, pepten op, opgepept)
    • stimuleren werkwoord (stimuleer, stimuleert, stimuleerde, stimuleerden, gestimuleerd)
    • bezielen werkwoord (beziel, bezielt, bezielde, bezielden, bezield)
  4. to activate (stimulate; encourage; urge)
    stimuleren; aanzetten; aansporen; animeren
    • stimuleren werkwoord (stimuleer, stimuleert, stimuleerde, stimuleerden, gestimuleerd)
    • aanzetten werkwoord (zet aan, zette aan, zetten aan, aangezet)
    • aansporen werkwoord (spoor aan, spoort aan, spoorde aan, spoorden aan, aangespoord)
    • animeren werkwoord (animeer, animeert, animeerde, animeerden, geanimeerd)
  5. to activate
    – To make a chart sheet or worksheet the active, or selected, sheet. The sheet that you activate determines which menu bar and toolbars are displayed. 1
    activeren
    • activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)
  6. to activate
    – To verify that your software product is a legal copy and is installed in compliance with the Microsoft Software License Terms. 1
    activeren
    • activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)
  7. to activate
    – To make a record, file, or other data available in the system. 1
    activeren
    • activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)
  8. to activate
    – To enable a pre-existing but inactive network object, such as a user account or a network-joined computer to access the resources that are provided by the server. 1
    activeren
    • activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)

Conjugations for activate:

present
  1. activate
  2. activate
  3. activates
  4. activate
  5. activate
  6. activate
simple past
  1. activated
  2. activated
  3. activated
  4. activated
  5. activated
  6. activated
present perfect
  1. have activated
  2. have activated
  3. has activated
  4. have activated
  5. have activated
  6. have activated
past continuous
  1. was activating
  2. were activating
  3. was activating
  4. were activating
  5. were activating
  6. were activating
future
  1. shall activate
  2. will activate
  3. will activate
  4. shall activate
  5. will activate
  6. will activate
continuous present
  1. am activating
  2. are activating
  3. is activating
  4. are activating
  5. are activating
  6. are activating
subjunctive
  1. be activated
  2. be activated
  3. be activated
  4. be activated
  5. be activated
  6. be activated
diverse
  1. activate!
  2. let's activate!
  3. activated
  4. activating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor activate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmoedigen encouragement; encouraging; impelling; inciting; motivation; stimulation; support; turning on
aansporen cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; inciting; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
aanzetten encouraging; impelling; inciting; stimulation; turning on
opwekken arousing; awaking; instigation
stimuleren cultivating; encouragement; encouraging; impelling; improvements; inciting; motivation; stimulation; stimulations; support; turning on
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmoedigen activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support aggravate; cheer on; encourage; encourage someone; fire; foster; incite; inspire; motivate; motivate someone; stimulate; strike into
aansporen activate; encourage; stimulate; urge boost; drive; encourage; excite; incite; prompt; push on; stimulate; urge
aanzetten activate; encourage; stimulate; urge bait; connect; drive; excite; goad; grind; incite; instigate; irritate; light; nettle; put on; sharpen; start; stimulate; stir up; strop; switch on; turn on; whet; whip up
activeren activate; arouse; awake; encourage; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse; stimulate; support trigger
animeren activate; encourage; stimulate; urge
bezielen activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support animate; cheer on; encourage; fire; incite; inspire; strike into
opleven activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse revive
oppeppen activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support
opwekken activate; arouse; awake; encourage; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse; stimulate; support arouse; drive; excite; prompt; stimulate; stir up; urge
reanimeren activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse
stimuleren activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support; urge aggravate; arouse; drive; encourage; encourage someone; excite; incite; inspire; motivate; motivate someone; prompt; stimulate; stir up; urge
tot leven wekken activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse
verlevendigen activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse enliven; freshen; freshen up; refresh; revive; tidy up
- actuate; aerate; set off; spark; spark off; touch off; trigger; trigger off; trip

Verwante woorden van "activate":


Synoniemen voor "activate":


Antoniemen van "activate":


Verwante definities voor "activate":

  1. make active or more active2
    • activate an old file2
  2. make (substances) radioactive2
  3. aerate (sewage) so as to favor the growth of organisms that decompose organic matter2
  4. make more adsorptive2
    • activate a metal2
  5. put in motion or move to act2
  6. To make a chart sheet or worksheet the active, or selected, sheet. The sheet that you activate determines which menu bar and toolbars are displayed.1
  7. To verify that your software product is a legal copy and is installed in compliance with the Microsoft Software License Terms.1
  8. To make a record, file, or other data available in the system.1
  9. To enable a pre-existing but inactive network object, such as a user account or a network-joined computer to access the resources that are provided by the server.1

Wiktionary: activate

activate
verb
  1. to turn on
  2. to put into action
activate
verb
  1. werkzaam maken

Cross Translation:
FromToVia
activate aandrijven actionnermettre en mouvement une machine, un appareil, etc.