Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. adverb:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor adverb (Engels) in het Nederlands

adverb:

adverb [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the adverb (adv.)
    – the word class that qualifies verbs or clauses 1
    het bijwoord
    • bijwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor adverb:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijwoord adv.; adverb

Verwante woorden van "adverb":

  • adverbs

Synoniemen voor "adverb":


Verwante definities voor "adverb":

  1. the word class that qualifies verbs or clauses1
  2. a word that modifies something other than a noun1

Wiktionary: adverb

adverb
noun
  1. lexical category
adverb
noun
  1. een woord dat een bijvoeglijk naamwoord, een werkwoord, een telwoord of een ander bijwoord nader bepaalt

Cross Translation:
FromToVia
adverb bijwoord; adverbium adverbe — En grammaire