Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. beggar:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor beggar (Engels) in het Nederlands

beggar:

beggar [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the beggar
    de bedelaar
    • bedelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the beggar (rascal; vagrants)
    de schooiers; de sloebers
    • schooiers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • sloebers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor beggar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedelaar beggar
schooiers beggar; rascal; vagrants
sloebers beggar; rascal; vagrants
- mendicant
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- pauperise; pauperize

Verwante woorden van "beggar":

  • beggars, beggarly

Synoniemen voor "beggar":


Verwante definities voor "beggar":

  1. a pauper who lives by begging1
  2. reduce to beggary1
  3. be beyond the resources of1
    • This beggars description!1

Wiktionary: beggar

beggar
verb
  1. to make a beggar of someone
noun
  1. person suffering poverty
  2. person who begs
beggar
noun
  1. een persoon die vraagt om geld zonder daar iets voor te doen

Cross Translation:
FromToVia
beggar bedelaar Bettlerbedürftiger Mensch, der von Almosen lebt
beggar bedelaar; schooier gueux — (vieilli) ou ironique|fr Celui qui fait métier de demander l’aumône, mendiant.
beggar bedelaar mendiant — Celui, celle qui fait profession de mendier.
beggar zwerver vagabond — (term, Souvent péjoratif) personne errante, sans domicile, sans patrie.