Engels

Uitgebreide vertaling voor bluntly (Engels) in het Nederlands

bluntly:

bluntly bijwoord

  1. bluntly (smooth; flat; level; )
    vlak; effen; gelijk; egaal; glad; geslepen; strak; plat; vlakuit
    • vlak bijvoeglijk naamwoord
    • effen bijvoeglijk naamwoord
    • gelijk bijvoeglijk naamwoord
    • egaal bijvoeglijk naamwoord
    • glad bijvoeglijk naamwoord
    • geslepen bijvoeglijk naamwoord
    • strak bijvoeglijk naamwoord
    • plat bijvoeglijk naamwoord
    • vlakuit bijwoord
  2. bluntly
    botweg
  3. bluntly
    gladaf
  4. bluntly (clean; readily)
    gewoonweg; gladweg; ronduit
  5. bluntly (flatly)
    platweg

Vertaal Matrix voor bluntly:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelijk right
vlak area; face; level
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effen bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar plain
egaal bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar
gelijk bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar at once; directly; ditto; identical; immediately; instantly; now; right now; similar; the same
geslepen bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar cunning; false; low; mean; nasty; polished; roguish; seasoned; sharp; sharpened; shrewd; slick; slippery; sly; smoothened; underhand; vicious; vile; well sharpened
glad bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar greasy; slippery; slithery
plat bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar banal; below the belt; coarse; commonplace; crude; evened; flat; flattened; gross; horizontal; nasty; racial; rotten; seedy; shabby; smoothed; stale; trite; trivial; unmannerly; unsavory; unsavoury; vapid; vulgar
strak bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar fixed; fossilised; fossilized; petrified; rigid; set; star; stern; stiff; taut; tight
vlak bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar evened; flattened; horizontal; smoothed
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
botweg bluntly
gewoonweg bluntly; clean; readily absolute; blatant; downright; just like that; plain; sheer; straight; without any warning
gladaf bluntly
gladweg bluntly; clean; readily
platweg bluntly; flatly
ronduit bluntly; clean; readily blatant; blunt; certain; certainly; direct; downright; fair; forthright; frank; frankly; frontal; genially; genuine; honest; of course; open; openly; outright; outspoken; plain; plain-spoken; positive; positively; serious; sheer; sincere; straight; straightforward; sure; sure and certain; undoubted
vlakuit bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar
- bluffly; brusquely; flat out; roundly

Verwante woorden van "bluntly":


Synoniemen voor "bluntly":

  • bluffly; brusquely; flat out; roundly

Verwante definities voor "bluntly":

  1. in a blunt direct manner1
    • he spoke bluntly1

Wiktionary: bluntly

bluntly
adverb
  1. onbeleefd, kortaf

bluntly vorm van blunt:

blunt bijvoeglijk naamwoord

  1. blunt (over-simplified)
    kortzichtig; ongenuanceerd
  2. blunt
    bot; kortaf; zonder omhaal
  3. blunt
    stomp
    • stomp bijvoeglijk naamwoord
  4. blunt (out of the blue; unexpectedly; suddenly; )
    onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onverhoeds
  5. blunt (out of focus; blurred; dull)
    bot; onscherp
    • bot bijvoeglijk naamwoord
    • onscherp bijvoeglijk naamwoord
  6. blunt (straight; plain)
    direct; ongezouten
  7. blunt (abrupt; curt; short; steep)
    bruusk; kortaf; nors; onzacht
    • bruusk bijvoeglijk naamwoord
    • kortaf bijvoeglijk naamwoord
    • nors bijvoeglijk naamwoord
    • onzacht bijvoeglijk naamwoord
  8. blunt (suddenly; unexpectedly; all of a sudden; )
    plotseling; opeens; ineens; onverwacht; abrupt; plotsklaps; plots; onverhoeds; onverwachts; eensklaps
  9. blunt (explicit; crude; straightforward; )
    rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen
  10. blunt (outspoken; frankly; forthright; )
    openhartig; onomwonden; onverbloemd; ronduit; onbewimpeld; onverholen; ruiterlijk
  11. blunt
    – used of a knife or other blade; not sharp 1
    bot
    – niet goed geslepen 2
    • bot bijvoeglijk naamwoord
      • dit mes is bot, ik kan er niet mee snijden2

to blunt werkwoord (blunts, blunted, blunting)

  1. to blunt (become dull)
    vervlakken; afstompen
    • vervlakken werkwoord (vervlak, vervlakt, vervlakte, vervlakten, vervlakt)
    • afstompen werkwoord (stomp af, stompt af, stompte af, stompten af, afgestompt)

Conjugations for blunt:

present
  1. blunt
  2. blunt
  3. blunts
  4. blunt
  5. blunt
  6. blunt
simple past
  1. blunted
  2. blunted
  3. blunted
  4. blunted
  5. blunted
  6. blunted
present perfect
  1. have blunted
  2. have blunted
  3. has blunted
  4. have blunted
  5. have blunted
  6. have blunted
past continuous
  1. was blunting
  2. were blunting
  3. was blunting
  4. were blunting
  5. were blunting
  6. were blunting
future
  1. shall blunt
  2. will blunt
  3. will blunt
  4. shall blunt
  5. will blunt
  6. will blunt
continuous present
  1. am blunting
  2. are blunting
  3. is blunting
  4. are blunting
  5. are blunting
  6. are blunting
subjunctive
  1. be blunted
  2. be blunted
  3. be blunted
  4. be blunted
  5. be blunted
  6. be blunted
diverse
  1. blunt!
  2. let's blunt!
  3. blunted
  4. blunting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor blunt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bot bone
stomp stub; stump
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstompen become dull; blunt
vervlakken become dull; blunt
- benumb; deaden; dull; numb
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrupt abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly abruptly; all of a sudden; quick; sudden; suddenly; swiftly; unexpectedly
bot blunt; blurred; dull; out of focus boorish; ill-bred; rude; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly
bruusk abrupt; blunt; curt; short; steep abruptly; all of a sudden; quick; sudden; suddenly; swiftly; unexpectedly
cru blunt; crude; explicit; frank; openly; outspoken; overt; plain; square; straight; straightforward
direct blunt; plain; straight at once; before long; clear; directly; first thing; forthwith; immediately; in a minute; in a moment; instantly; now; perpendicular; presently; prompt; quick; rapid; right away; right now; shortly; soon; speedy; straight; straightaway; swift; without delay
kortaf abrupt; blunt; curt; short; steep abrupt; snappy; snarling
kortzichtig blunt; over-simplified
nors abrupt; blunt; curt; short; steep cantankerous; crabbed; crusty; gruff; grumpy; nagging; rigid; sullen; surly
onbewimpeld blunt; forthright; frank; frankly; genially; openly; outright; outspoken; plain; plain-spoken; straight fair; frank; honest; open; plain; sincere; straight; straightforward
ongenuanceerd blunt; over-simplified oversimplified; undifferentiated; unsubtle
ongezouten blunt; plain; straight
onomwonden blunt; crude; explicit; forthright; frank; frankly; genially; openly; outright; outspoken; overt; plain; plain-spoken; square; straight; straightforward fair; frank; honest; open; plain; sincere; straight; straightforward
onscherp blunt; blurred; dull; out of focus
onverbloemd blunt; crude; explicit; forthright; frank; frankly; genially; openly; outright; outspoken; overt; plain; plain-spoken; square; straight; straightforward
onverhoeds abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly
onverholen blunt; crude; explicit; forthright; frank; frankly; genially; openly; outright; outspoken; overt; plain; plain-spoken; square; straight; straightforward fair; frank; frankly; honest; open; openly; plain; sincere; straight; straightforward; unconcealed
onverwacht abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly unexpected; unsuspected; without warning
onverwachts abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly
onvoorzien abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; out of the blue; sudden; suddenly; unexpectedly
onzacht abrupt; blunt; curt; short; steep hard; hard-handed; harsh; rough; violent
openhartig blunt; forthright; frank; frankly; genially; openly; outright; outspoken; plain; plain-spoken; straight fair; frank; honest; open; plain; sincere; straight; straightforward
openlijk blunt; crude; explicit; frank; openly; outspoken; overt; plain; square; straight; straightforward direct; frontal; honest; straight
plots abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly abruptly; all of a sudden; quick; sudden; suddenly; swiftly; unexpectedly
plotseling abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly abruptly; all of a sudden; quick; sudden; suddenly; swiftly; unexpectedly
ruiterlijk blunt; forthright; frank; frankly; genially; openly; outright; outspoken; plain; plain-spoken; straight
stomp blunt
- candid; crude; forthright; frank; free-spoken; outspoken; plainspoken; point-blank; stark; straight-from-the-shoulder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eensklaps abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly abruptly; all of a sudden; quick; sudden; suddenly; swiftly; unexpectedly
ineens abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly
opeens abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly abruptly; all of a sudden; quick; sudden; suddenly; swiftly; unexpectedly
plotsklaps abrupt; all at once; all of a sudden; at once; blunt; brusque; fast; out of the blue; quick; rapid; speedy; sudden; suddenly; swift; unexpectedly abruptly; all of a sudden; quick; sudden; suddenly; swiftly; unexpectedly
ronduit blunt; forthright; frank; frankly; genially; openly; outright; outspoken; plain; plain-spoken; straight blatant; bluntly; certain; certainly; clean; direct; downright; fair; frank; frontal; genuine; honest; of course; open; plain; positive; positively; readily; serious; sheer; sincere; straight; straightforward; sure; sure and certain; undoubted
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bot bot; robot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechttoe rechtaan blunt; crude; explicit; frank; openly; outspoken; overt; plain; square; straight; straightforward
zonder omhaal blunt briefly; in short; summarily

Verwante woorden van "blunt":

  • bluntness, blunting, blunter, bluntest, bluntly

Synoniemen voor "blunt":


Antoniemen van "blunt":


Verwante definities voor "blunt":

  1. devoid of any qualifications or disguise or adornment1
    • the blunt truth1
  2. characterized by directness in manner or speech; without subtlety or evasion1
    • blunt talking and straight shooting1
    • a blunt New England farmer1
  3. used of a knife or other blade; not sharp1
    • a blunt instrument1
  4. having a broad or rounded end1
    • thick marks made by a blunt pencil1
  5. make less lively, intense, or vigorous; impair in vigor, force, activity, or sensation1
    • Terror blunted her feelings1
  6. make less sharp1
    • blunt the knives1
  7. make less intense1
    • blunted emotions1
  8. make dull or blunt1
  9. make numb or insensitive1

Wiktionary: blunt

blunt
adjective
  1. Having a thick edge or point, as an instrument
blunt
adjective
  1. stomp
  2. iets dat zijn scherpte verloren heeft

Cross Translation:
FromToVia
blunt steil; bars; bruusk; kortaangebonden; abrupt; kortaf abrupt — Dont la pente est escarpée et comme rompre.
blunt afstompen; bot maken; lenigen; vergulden; verzoeten adoucir — Rendre doux, tempérer l’âcreté de quelque chose d’aigre, de piquant, de salé.
blunt bot; stomp contondant — Qui blesser sans percer ni couper, mais en faisant des contusions, comme un bâton, un marteau, etc.
blunt zacht; bot; stomp; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig; zoel; liefelijk; zoet doux — Traductions à trier suivant le sens.
blunt afstompen; bot maken engourdirrendre gourd, comme perclus et presque sans mouvement.
blunt bot; stomp mousse — (vieilli) Qui est émoussé, qui a perdu son tranchant, en parlant d’une lame.
blunt stomp; stomphoekig; bot; dof; gesmoord; toonloos obtus — biologie|fr Qui est arrondir, émousser au lieu d’être anguleux ou pointu.
blunt mat; bot; stomp terne — Qui n’a pas l’éclat qu’il doit avoir, ou qui en a peu en comparaison d’une autre chose.
blunt afstompen; bot maken émousser — Traductions à trier suivant le sens