Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal checkers

Vertaal checkers van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

checkers:
- damschijven; damspellen
checker:
- damschijf
Wiktionary:
- checkers → damspel
- checker → controleur, verificateur

Engels

Uitgebreide vertaling voor checkers (Engels) in het Nederlands

checkers:

checkers [the ~] zelfstandig naamwoord

the checkers (draughts)
de damschijven
- damschijven [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
the checkers (draughts)
de damspellen
- damspellen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor checkers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
damschijven	checkers; draughts
damspellen	checkers; draughts
-	draughts

Verwante woorden van "checkers":

checker

Synoniemen voor "checkers":

draughts; board game

Verwante definities voor "checkers":

a checkerboard game for two players who each have 12 pieces; the object is to jump over and so capture the opponent's pieces¹

Wiktionary: checkers

Cross Translation:

From	To	Via
• checkers	→ damspel	↔ dames — ellipse\|fr jeu de dames, jeu stratégique à deux joueurs, se jouer avec des pion blancs et noirs sur un damier de 64, 100 ou 144 cases selon la variante des règles utilisée.

checker:

checker [the ~] zelfstandig naamwoord

the checker
de damschijf
- damschijf [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor checker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
damschijf	checker	draughtsman; man
-	chequer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	check; chequer
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	comptroller; controller; inspector; supervisor

Verwante woorden van "checker":

checkered, checkers

Synoniemen voor "checker":

chequer; attendant; attender; tender
examiner; inspector
man; piece
check; chequer; draw
vary; variegate; motley

Verwante definities voor "checker":

one of the flat round pieces used in playing the game of checkers¹
one who checks the correctness of something¹
an attendant who checks coats or baggage¹
variegate with different colors, shades, or patterns¹
mark into squares or draw squares on; draw crossed lines on¹

Wiktionary: checker

checker

noun

iemand die belast is met de controle
- controleur → inspector; controller; checker
beroep|nld iemand die verifieert, een ambtenaar die de echtheid van opgaven voor belastingen e.d. moet onderzoeken
- verificateur → controller; checker

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University