Engels

Uitgebreide vertaling voor confine (Engels) in het Nederlands

confine:

to confine werkwoord (confines, confined, confining)

  1. to confine (limit; reduce; cut back)
    beperken; beknotten
    • beperken werkwoord (beperk, beperkt, beperkte, beperkten, beperkt)
    • beknotten werkwoord (beknot, beknotte, beknotten, beknot)
  2. to confine (limit; restrict; encapsulate; )
    beperken; inkapselen; limiteren; inperken; indammen
    • beperken werkwoord (beperk, beperkt, beperkte, beperkten, beperkt)
    • inkapselen werkwoord (kapsel in, kapselt in, kapselde in, kapselden in, ingekapseld)
    • limiteren werkwoord (limiteer, limiteert, limiteerde, limiteerden, gelimiteerd)
    • inperken werkwoord (perk in, perkt in, perkte in, perkten in, ingeperkt)
    • indammen werkwoord (dam in, damt in, damde in, damden in, ingedamd)

Conjugations for confine:

present
  1. confine
  2. confine
  3. confines
  4. confine
  5. confine
  6. confine
simple past
  1. confined
  2. confined
  3. confined
  4. confined
  5. confined
  6. confined
present perfect
  1. have confined
  2. have confined
  3. has confined
  4. have confined
  5. have confined
  6. have confined
past continuous
  1. was confining
  2. were confining
  3. was confining
  4. were confining
  5. were confining
  6. were confining
future
  1. shall confine
  2. will confine
  3. will confine
  4. shall confine
  5. will confine
  6. will confine
continuous present
  1. am confining
  2. are confining
  3. is confining
  4. are confining
  5. are confining
  6. are confining
subjunctive
  1. be confined
  2. be confined
  3. be confined
  4. be confined
  5. be confined
  6. be confined
diverse
  1. confine!
  2. let's confine!
  3. confined
  4. confining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor confine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beperken hampering; impeding; interfering with
indammen damming
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beknotten confine; cut back; limit; reduce curtail; restrict
beperken confine; cut back; dam; embank; encapsulate; enclose; envelope; limit; reduce; restrict curtail; decrease; diminish; dwindle; lessen; mark down; reduce; restrict; scale down; shrink away
indammen confine; dam; embank; encapsulate; enclose; envelope; limit; restrict embank
inkapselen confine; dam; embank; encapsulate; enclose; envelope; limit; restrict close in; comprise; contain; encapsulate; enclose; include; lock in; pen in; seal up; surround
inperken confine; dam; embank; encapsulate; enclose; envelope; limit; restrict curtail; decrease; diminish; dwindle; lessen; mark down; reduce; restrict; scale down; shrink away
limiteren confine; dam; embank; encapsulate; enclose; envelope; limit; restrict
- bound; circumscribe; detain; enclose; hold; hold in; limit; restrain; restrict; throttle; trammel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
inkapselen encapsulate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- shut up

Synoniemen voor "confine":


Antoniemen van "confine":


Verwante definities voor "confine":

  1. place limits on (extent or access)1
  2. restrict or confine,1
  3. to close within bounds, limit or hold back from movement1
  4. prevent from leaving or from being removed1
  5. deprive of freedom; take into confinement1
  6. close in; darkness enclosed him1

Wiktionary: confine

confine
noun
  1. limit
verb
  1. to restrict; to keep within bounds

Cross Translation:
FromToVia
confine begrenzen; beknotten; beperken; beperkingen opleggen aan limiter — Servir de ligne de démarcation à un terrain, à un pays.
confine nauwer aanhalen; opwinden; spannen; strekken; uitrekken; dringen; drukken; knellen; persen; pressen; aandrukken; bijschuiven; insluiten; opsluiten; wegbergen; wegsluiten; bergen; opbergen; aaneensluiten; binden; verdichten serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).