Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cords:
  2. cord:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor cords (Engels) in het Nederlands

cords:

cords [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cords (strings; ropes)
    de draden
    • draden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. the cords (strings; laces; ropes)
    de snoeren; de koorden
    • snoeren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • koorden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. the cords (flexes)
    de snoeren; de elektriciteitssnoeren
  4. the cords (ropes; strings)
    de touwen; dikke koorden

Vertaal Matrix voor cords:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dikke koorden cords; ropes; strings
draden cords; ropes; strings
elektriciteitssnoeren cords; flexes contact-wires; live wires; power cables
koorden cords; laces; ropes; strings
snoeren cords; flexes; laces; ropes; strings
touwen cords; ropes; strings
- corduroys
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snoeren string
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
touwen rope

Verwante woorden van "cords":


Synoniemen voor "cords":


Verwante definities voor "cords":

  1. cotton trousers made of corduroy cloth1

cord:

cord [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cord (line)
    de koord
    • koord [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the cord (fathom)
    de vadem; de vaam
    • vadem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vaam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the cord (corduroy)
    het corduroy; het manchester

Vertaal Matrix voor cord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corduroy cord; corduroy
koord cord; line
manchester cord; corduroy
vaam cord; fathom
vadem cord; fathom
- corduroy; electric cord
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- braid

Verwante woorden van "cord":


Synoniemen voor "cord":


Verwante definities voor "cord":

  1. a line made of twisted fibers or threads1
    • the bundle was tied with a cord1
  2. a cut pile fabric with vertical ribs; usually made of cotton1
  3. a light insulated conductor for household use1
  4. a unit of amount of wood cut for burning; 128 cubic feet1
  5. bind or tie with a cord1
  6. stack in cords1
    • cord firewood1

Wiktionary: cord

cord
noun
  1. wires surrounded by a coating, used to supply electricity
  2. length of twisted strands

Cross Translation:
FromToVia
cord navelstreng NabelschnurAnatomie: Verbindungsstrang zwischen Bauchnabel eines Neugeborenen und der Plazenta (dem Mutterkuchen); enthält drei Blutgefäße
cord koord; lijn; snoer; touw; koorde cordetortis fait ordinairement de chanvre et quelquefois de coton, de laine, de soie, d’écorce d’arbres, de poil, de crin, de jonc et d’autres matières pliantes et flexibles.

Verwante vertalingen van cords