Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- deal with:
-
Wiktionary:
- deal with → omgaan met, behandelen, verwerken
- deal with → aanbinden, aanvangen, beginnen, stoten op, zich stoten aan, aankaarten, aansnijden, aan land gaan, landen, aanlanden, aanklampen, aanspreken, toespreken, enteren, aanhaken, vasthaken, aan komen lopen, aanpakken, beginnen met, toetreden, aan wal komen, spreken, praten, behandelen, onderhandelen, bewerken
-
Gebruikers suggesties voor deal with:
- te maken hebben met
Engels
Uitgebreide vertaling voor deal with (Engels) in het Nederlands
deal with:
-
to deal with (agitate; deal; act)
-
to deal with (something to do; have to do; feeling for; be busy)
-
to deal with
optreden tegen-
optreden tegen werkwoord (treed op tegen, treedt op tegen, trad op tegen, traden op tegen, opgetreden tegen)
-
Conjugations for deal with:
present
- deal with
- deal with
- deals with
- deal with
- deal with
- deal with
simple past
- dealt with
- dealt with
- dealt with
- dealt with
- dealt with
- dealt with
present perfect
- have dealt with
- have dealt with
- has dealt with
- have dealt with
- have dealt with
- have dealt with
past continuous
- was dealing with
- were dealing with
- was dealing with
- were dealing with
- were dealing with
- were dealing with
future
- shall deal with
- will deal with
- will deal with
- shall deal with
- will deal with
- will deal with
continuous present
- am dealing with
- are dealing with
- is dealing with
- are dealing with
- are dealing with
- are dealing with
subjunctive
- be dealt with
- be dealt with
- be dealt with
- be dealt with
- be dealt with
- be dealt with
diverse
- deal with!
- let's deal with!
- dealt with
- dealing with
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor deal with:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ageren | agitating; operate; perform; work | |
| handelen | agitating; operate; perform; work | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ageren | act; agitate; deal; deal with | |
| handelen | act; agitate; deal; deal with | accomplish; act; carry on a business; do; operate; proceed; trade; work |
| optreden tegen | deal with | |
| te doen hebben | be busy; deal with; feeling for; have to do; something to do | |
| Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | attend to; handle; see to; take care of |
Wiktionary: deal with
deal with
Cross Translation:
verb
deal with
-
behave in a certain way towards
- deal with → omgaan met
-
take action with respect to (someone or something)
- deal with → behandelen
-
handle verbally or in some form of artistic expression
- deal with → behandelen
verb
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • deal with | → aanbinden; aanvangen; beginnen; stoten op; zich stoten aan; aankaarten; aansnijden; aan land gaan; landen; aanlanden; aanklampen; aanspreken; toespreken; enteren; aanhaken; vasthaken; aan komen lopen; aanpakken; beginnen met; toetreden; aan wal komen | ↔ aborder — intransitif|fr marine|fr arriver au bord, prendre terre. |
| • deal with | → spreken; praten | ↔ parler — proférer, prononcer, articuler des mots. |
| • deal with | → behandelen; onderhandelen; bewerken | ↔ traiter — Traductions à trier suivant le sens |