Engels

Uitgebreide vertaling voor dismantle (Engels) in het Nederlands

dismantle:

to dismantle werkwoord (dismantles, dismantled, dismantling)

  1. to dismantle (strip down; remove; take apart a machine; )
    uit elkaar halen; ontmantelen; demonteren; uit elkaar nemen; uiteen nemen; onttakelen
    • uit elkaar halen werkwoord (haal uit elkaar, haalt uit elkaar, haalde uit elkaar, haalden uit elkaar, uit elkaar gehaald)
    • ontmantelen werkwoord (ontmantel, ontmantelt, ontmantelde, ontmantelden, ontmanteld)
    • demonteren werkwoord (demonteer, demonteert, demonteerde, demonteerden, gedemonteerd)
    • uit elkaar nemen werkwoord (neem uit elkaar, neemt uit elkaar, nam uit elkaar, namen uit elkaar, uit elkaar genomen)
    • uiteen nemen werkwoord (neem uiteen, neemt uiteen, nam uiteen, namen uiteen, uiteen genomen)
    • onttakelen werkwoord (onttakel, onttakelt, onttakelde, onttakelden, onttakeld)
  2. to dismantle (take apart; dissect; pull down)
    ontleden; uit elkaar nemen; anatomiseren
    • ontleden werkwoord (ontleed, ontleedt, ontleedde, ontleedden, ontleden)
    • uit elkaar nemen werkwoord (neem uit elkaar, neemt uit elkaar, nam uit elkaar, namen uit elkaar, uit elkaar genomen)
    • anatomiseren werkwoord
  3. to dismantle (eliminate; liquidate; disband; demolish)
    liquideren; uitroeien
    • liquideren werkwoord (liquideer, liquideert, liquideerde, liquideerden, geliquideerd)
    • uitroeien werkwoord (roei uit, roeit uit, roeide uit, roeiden uit, uitgeroeid)

Conjugations for dismantle:

present
  1. dismantle
  2. dismantle
  3. dismantles
  4. dismantle
  5. dismantle
  6. dismantle
simple past
  1. dismantled
  2. dismantled
  3. dismantled
  4. dismantled
  5. dismantled
  6. dismantled
present perfect
  1. have dismantled
  2. have dismantled
  3. has dismantled
  4. have dismantled
  5. have dismantled
  6. have dismantled
past continuous
  1. was dismantling
  2. were dismantling
  3. was dismantling
  4. were dismantling
  5. were dismantling
  6. were dismantling
future
  1. shall dismantle
  2. will dismantle
  3. will dismantle
  4. shall dismantle
  5. will dismantle
  6. will dismantle
continuous present
  1. am dismantling
  2. are dismantling
  3. is dismantling
  4. are dismantling
  5. are dismantling
  6. are dismantling
subjunctive
  1. be dismantled
  2. be dismantled
  3. be dismantled
  4. be dismantled
  5. be dismantled
  6. be dismantled
diverse
  1. dismantle!
  2. let's dismantle!
  3. dismantled
  4. dismantling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor dismantle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontleden analysing; analysis; dissection
onttakelen disassembling; disassembly; dismantlement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anatomiseren dismantle; dissect; pull down; take apart
demonteren clear away; clear up; dismantle; remove; strip down; take apart a machine; unharness; unrig
liquideren demolish; disband; dismantle; eliminate; liquidate eliminate; finish off; kill; murder
ontleden dismantle; dissect; pull down; take apart analyse; analyze; anatomise; anatomize; dissect
ontmantelen clear away; clear up; dismantle; remove; strip down; take apart a machine; unharness; unrig
onttakelen clear away; clear up; dismantle; remove; strip down; take apart a machine; unharness; unrig
uit elkaar halen clear away; clear up; dismantle; remove; strip down; take apart a machine; unharness; unrig break down; break up; cleave; crack; demolish; destroy; disentangle; divide; divorce; drag down; get down; part; pull down; separate; sever; solve; split; take down; tear down; tear loose; unbutton; unravel; unriddle; untie; wreck
uit elkaar nemen clear away; clear up; dismantle; dissect; pull down; remove; strip down; take apart; take apart a machine; unharness; unrig
uiteen nemen clear away; clear up; dismantle; remove; strip down; take apart a machine; unharness; unrig
uitroeien demolish; disband; dismantle; eliminate; liquidate destroy; exterminate; sweep away; wipe out
- break apart; break up; disassemble; level; pull down; rase; raze; strip; take apart; take down; tear down
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dismount

Verwante woorden van "dismantle":


Synoniemen voor "dismantle":


Antoniemen van "dismantle":


Verwante definities voor "dismantle":

  1. take off or remove1
  2. take apart into its constituent pieces1
  3. tear down so as to make flat with the ground1

Wiktionary: dismantle

dismantle
verb
  1. take apart
  2. divest
dismantle
verb
  1. een geheel dusdanig in delen uiteennemen dat het niet meer als geheel fuctioneert

Cross Translation:
FromToVia
dismantle ontmantelen demontierenübertragen, gehoben, abwertend: schrittweise die Macht oder das Ansehen einer Person herabsetzen
dismantle ontmantelen demontieren — etwas geordnet abbauen und in seine Bestandteile zerlegen