Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. duality:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor duality (Engels) in het Nederlands

duality:

duality [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the duality (ambiguity; dichotomy; ambivalence; dualism; twoness)
    de dichotomie; de tweeslachtigheid; het dualisme; de tweeheid
  2. the duality
    de dualiteit

Vertaal Matrix voor duality:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dichotomie ambiguity; ambivalence; dichotomy; dualism; duality; twoness
dualisme ambiguity; ambivalence; dichotomy; dualism; duality; twoness dualism
dualiteit duality
tweeheid ambiguity; ambivalence; dichotomy; dualism; duality; twoness
tweeslachtigheid ambiguity; ambivalence; dichotomy; dualism; duality; twoness
- dichotomy; wave-particle duality
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dualism

Verwante woorden van "duality":

  • dualities

Synoniemen voor "duality":

  • dichotomy; classification; categorization; categorisation
  • wave-particle duality; property
  • exchangeability; interchangeability; interchangeableness; fungibility

Verwante definities voor "duality":

  1. (geometry) the interchangeability of the roles of points and planes in the theorems of projective geometry1
  2. (physics) the property of matter and electromagnetic radiation that is characterized by the fact that some properties can be explained best by wave theory and others by particle theory1
  3. being twofold; a classification into two opposed parts or subclasses1

Wiktionary: duality


Cross Translation:
FromToVia
duality dualiteit; dubbelheid dualitécaractère ou état de ce qui est double.