Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. emphasis:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor emphasis (Engels) in het Nederlands

emphasis:

emphasis [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the emphasis (accent)
    de nadruk; het accent; de hoofdtoon; de klemtoon
    • nadruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • accent [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofdtoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klemtoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor emphasis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accent accent; emphasis accent; dialect
hoofdtoon accent; emphasis
klemtoon accent; emphasis
nadruk accent; emphasis
- accent; stress; vehemence

Verwante woorden van "emphasis":

  • emphases

Synoniemen voor "emphasis":


Verwante definities voor "emphasis":

  1. intensity or forcefulness of expression1
    • his emphasis on civil rights1
  2. the relative prominence of a syllable or musical note (especially with regard to stress or pitch)1
  3. special and significant stress by means of position or repetition e.g.1
  4. special importance or significance1
    • the red light gave the central figure increased emphasis1

Wiktionary: emphasis

emphasis
noun
  1. prominence given to a syllable or words
  2. special attention or prominence given to something
  3. special weight or forcefulness given to something considered important
emphasis
noun
  1. een bijzondere aandacht die besteed wordt

Cross Translation:
FromToVia
emphasis klem; nadruk; bombast emphaseaffectation pompeux dans le discours ou dans le débit.
emphasis accent; klemtoon; nadruk insistanceaction d’insister.

Verwante vertalingen van emphasis