Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor farmhouse (Engels) in het Nederlands

farmhouse:

farmhouse [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the farmhouse (farm; homestead; estate; )
    – house for a farmer and family 1
    de boerderij; de boerenhofstede; de hoeve; de boerenhoeve
  2. the farmhouse
    het boerenhuis; de boerenwoning

Vertaal Matrix voor farmhouse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boerderij estate; farm; farm house; farmershome; farmhouse; farmstead; homestead
boerenhoeve estate; farm; farm house; farmershome; farmhouse; farmstead; homestead
boerenhofstede estate; farm; farm house; farmershome; farmhouse; farmstead; homestead
boerenhuis farmhouse bell jar; glass bell
boerenwoning farmhouse
hoeve estate; farm; farm house; farmershome; farmhouse; farmstead; homestead

Verwante woorden van "farmhouse":


Synoniemen voor "farmhouse":


Verwante definities voor "farmhouse":

  1. house for a farmer and family1

Verwante vertalingen van farmhouse